Dit citaat van de Nederlandse tenor Marcel Beekman over zijn leven in deze coronatijd trof mij als een mooi thema voor het nieuwe werkjaar. Er is narigheid, er is een probleem, en er is, zeker op korte termijn, geen oplossing. Maar er is wel perspectief.
Over het probleem hoef ik niet veel te zeggen. De pandemie raakt ons allemaal, en sommigen raakt hij heel hard. Hij creëert onzekerheid en lijden. Voor veel musici is het heel ingrijpend. En voor iedereen die net als wij van zingen houdt betekent het: we kunnen niet lekker uitvoerig en uitbundig samen zingen. Terwijl we dat nu juist zo graag doen, en het trouwens ook zo gezond is. Dat is dus een groot gemis en we verkeren in ongewisheid over hoe lang dat gaat duren. Wat is dan het perspectief? Een medicijn, een vaccin? Tja, die gaan vast ooit komen, en dat zal veel schelen. Maar als dat het enige perspectief is dan zet ons dat in een wachtstand. En eigenlijk is dat soort wachten best deprimerend.
Wat is jouw favoriete valkuil?
Ik zoek het perspectief liever op een andere manier: niet in de toekomst, maar in het heden. Anders gezegd: het perspectief wordt dan niet gevormd door de oplossing van het probleem, maar door het omarmen ervan. Je moet jezelf dan openen voor de gedachte dat er misschien niet alleen maar gemis is, verlies, maar ook winst. Dat iedere ontwikkeling altijd twee kanten in zich bergt. Dat vergt een laveren tussen twee valkuilen, misschien ken je die allebei wel, misschien ook is een van beide bij jou ‘favoriet’. De eerste valkuil is slachtofferschap, verwijt, je hebt het dan slecht getroffen met het leven, er wordt je onrecht aangedaan. Corona komt je slecht uit en werkt alleen maar tegen. De tweede, die ik zelf goed ken, is een wat geforceerd optimisme, het altijd de moed erin houden, het gemis wegpoetsen. De realiteit dus niet helemaal in de ogen kijken.
In beide gevallen word je naar één kant getrokken, en je neemt afstand van de andere kant, misschien maar heel subtiel, nauwelijks merkbaar. Daardoor stagneert er iets, en zo kun je ze ook allebei herkennen: je gaat je dan wat eenzaam voelen, en je verliest iets (of veel) van je natuurlijke glans, je natuurlijke energie, je natuurlijke veerkracht. Dat is drie keer het woord ‘natuurlijk’ in één zin. En daar zit de clou: je moet op zoek naar je natuurlijke beweging, die van binnenuit komt. In de natuur zit altijd beweging, ontwikkeling, dynamiek. De heftigste orkaan, de meest verwoestende bosbrand, de zwaarste ijstijd, altijd komt de natuur eroverheen, altijd komt er een nieuwe beweging. Zelfs de stilte voor de storm is geen doodse, maar een levende stilte, Wij kunnen kijken naar de natuur en ervan genieten, ervan onder de indruk raken, of er zelfs bang van worden. Maar ja, zijn we enkel toeschouwer, of lukt het ons om op ieder moment te blijven weten: ik ben natuur? Ik ben deel van het geheel, bij voorbaat, per definitie!
Zingend de tuin in
De neuroloog Oliver Sacks beschrijft in een van zijn boeken hoe hij in veertig jaar medische praktijk slechts twee soorten niet-farmaceutische therapieën is tegengekomen die van vitaal belang zijn voor patiënten met een chronisch neurologische aandoening: muziek en tuinen. Wat een fascinerende combinatie! Muziek en tuinen. Dat is allebei natuur! Vergeet nooit, muziek, en zingen is daarvan het duidelijkste voorbeeld, is niet in de eerste plaats cultuur. Dat kan het wel worden, en dat is prima. Maar het begint als natuur, als een aan ons gegeven natuurlijk vermogen. Waar wij onze eigen vorm aan kunnen geven. Net zoals we tuinieren: we geven dan onze vorm aan de natuur. Waarbij, dat weet iedereen die in z’n eigen tuin probeert om onkruid te bestrijden, de natuur toch altijd de baas is. Maar het is heerlijk en heel gezond om lekker in de tuin bezig te zijn, ook als je geen neurologische patiënt bent. Dan stopt het denken, en er ontstaat een vanzelfsprekendheid in je handelen. Je wordt deel van het geheel, je bent weer wat je altijd al was: natuur.
Dat is wat zingen ook doet. Als je je overgeeft aan jouw zingen dan word je opgenomen in het wonder van de muziek. En ook dan ben je weer wat je altijd al was: natuur. En dus: één met al het andere en alle anderen. Het is heerlijk om dat samen met anderen te doen, dat voelt heel verbindend. Maar je kunt het ook ervaren zonder dat er anderen met je meezingen. Je laat de muziek door je heen stromen, je geeft er jouw vorm aan (dat gaat vanzelf, daar hoef je niet je best voor te doen), je denken stopt, je wordt één met de muziek en daarmee word je deel van het geheel, je bent weer wat je altijd al was: muziek!
Natuurlijk talent
Natuur is alleen maar: nu. Muziek is ook alleen maar nu. Natuur kan alles omarmen. Muziek kan alles verklanken. Laat dat dan het perspectief zijn dat ons in deze tijden wenkt: dat je alles durft te voelen, alles durft te ervaren wat er nu in je leeft, en dat je daar jouw natuurlijke, muzikale vorm aan geeft, stap voor stap. Vertrouwend op waar jouw hart naar uitgaat, als vanzelf.
Daarmee even terug naar Marcel Beekman. Die vertrouwt op zijn talent. Dat is: zijn natuur! Hij weet gelukkig: dat blijft intact, wat er ook gebeurt. Hij weet: dat ben ik!