Ach, ervaringsdeskundigheid is ook wat waard
Valkuilen zijn er om in te vallen. Keer op keer op keer

'Artiesten verdienen de kost door te spelen. En spelen op aanvraag, in het bijzonder in het openbaar, is niet gemakkelijk te leren.'
Alan Watts

De afgelopen weken waren nogal leerzaam voor me. Er was ook volop reden om te glimlachen over mijn eigen blinde vlekken. Ik pleeg in deze columns allerlei wijsheden van mezelf en anderen over jullie uit te strooien. Bijvoorbeeld over hoe zingen en muziek maken een natuurlijke, vrije stroom van energie is, waarvoor je vooral niet enorm je best moet gaan doen…. Nou, dat blijkt niet te garanderen dat ik er zelf ook naar luister. 

Anderhalve week geleden zouden we een opnamedag gehad hebben voor onze volgende cd. ‘Zouden’. Dus je snapt: die is niet doorgegaan. Want een dag of vier eerder, kreeg ik het benauwd bij de gedachte eraan. Ik vertelde dat aan m’n vrouw en al pratend stelde ik vast: ik voel niet veel inspiratie, ik voel vooral druk. Nou kan ik soms met mezelf nog wel wat marchanderen (‘we doen wat minder liederen, en het hoeft allemaal niet meteen perfect te zijn’), maar ja, met haar niet. Dat hielp me om de knoop door te hakken: annuleren.

Ik was weer eens in mijn eigen hard-werken-valkuil getrapt. Ik vond eigenlijk al een paar jaar dat het tijd werd voor een volgende cd, er werd door mensen naar gevraagd en we hebben allerlei fijne nieuwe mantra’s, maar ik schoof het voor me uit omdat ik er geen tijd voor had. Een half jaar geleden vond ik dat ik het niet kon maken om het nog langer uit te stellen. En trouwens, ik kon me natuurlijk ook oprecht verheugen op het moment dat de cd er echt zou zijn.

‘Het moest er maar van komen’  zei ik tegen een aantal mensen.

Bij anderen ben ik altijd heel alert als ze het woord ‘moeten’ gebruiken, maar bij mezelf viel het me toen niet op. Een paar collega’s boden heel hartelijk hun hulp aan. En ik besloot dat ik gewoon moest gaan plannen, dan zou het vanzelf wel goed komen. 

We zouden het in een paar stappen gaan doen. Eind februari hielden we een opnamedag met een groep stembevrijders. Dat wilde ik graag eens uitproberen, omdat in zo’n groep vaak prachtig gezongen wordt. Maar luisterend naar die opnames hoorde ik het eigenlijk ook al aan mijn eigen pianospel: soms was ik fijn muziek aan het maken, maar verder was ik vooral hard aan het werk.

Ach, wat kan zo’n patroon van erg m’n best doen toch hardnekkig zijn. Iets in m’n lijf protesteert er wel tegen, ergens in het gebied van m’n maag of m’n zonnevlecht, maar dat gevoel sla ik dan gewoon over, want het komt me niet uit. Ik ging dus stug door, repertoire vaststellen, begeleiding bedenken, opnames beluisteren, repeteren met instrumentalisten, organiseren. En eigenlijk voelde ik op al die momenten meer druk dan blijdschap. Toch drong het pas in het Paasweekend echt goed tot me door: dit is nou niet bepaald een vrije stroom van energie, dat moet ik anderen en mezelf niet aandoen. Het had iets treurigs: veel moeite voor niks, zo op het oog. Maar ja, ik vond het ook wel geestig om mezelf zo met open ogen in deze valkuil te zien trappen, terwijl het m’n dagelijkse werk is om anderen te helpen om wat minder hun best te doen. Ik kreeg overigens hartverwarmende reacties van deelnemers en collega’s, er werd ook veel herkend door deze en gene.

Spelen, lekker spelen (maar niet op aanvraag)
Wat ook geestig was: in de week voor Pasen had ik een (nog niet gebruikte) column geschreven waarin ik best mooie dingen zei over hoe veel musici aanlopen tegen dit thema van je best doen. Die kwam ik weer tegen toen ik nadacht over de column die je nu leest. Hij ging over spelen. Want dat woord gebruiken we veel als het gaat over musiceren: ik speel piano, speel jij ook iets? Muziek maken is spelen. En spelen is leuk,  je kunt er helemaal in opgaan. Dat is een van de redenen waarom je zo blij van kunt worden van muziek maken. En we zeggen weliswaar nooit: ik speel stem, maar voor zingen geldt dat allemaal net zo goed.

De column begon met een mooi citaat van de filosoof Alan Watts:

‘Artiesten verdienen de kost door te spelen. En spelen op aanvraag, in het bijzonder in het openbaar, is niet gemakkelijk te leren.’ 

Hij formuleert mooi het dilemma van de musicus. Wat een buitenkans als je met spelen je geld kunt verdienen! Maar ja, dat klinkt simpeler dan het is, want het eerste wat je op een podium vergeet is juist dat het spelen is, geen werken. Je moet welhaast een verlicht wezen zijn om voor publiek (laat staan voor een cd-opname) onbevangen te kunnen spelen en je niet te bekommeren over of het goed genoeg is.

Wat een paradox!
Want wie voor z’n plezier speelt, wie echt opgaat in de vreugde van het spelen, juist zo iemand zien en horen we heel graag.

Dat is namelijk aanstekelijk, je vergeet dan ook als luisteraar alles om je heen, je wordt deel van het spel, voor even helemaal opgenomen in het moment. Kostelijk. Onbetaalbaar. Dus daar betalen we graag voor. Aan mensen die er dan hun beroep van maken. En vervolgens onder druk komen te staan om waar voor hun geld te leveren. Die hun best gaan doen, in competitie en beoordeling terecht komen. En dan verkrampen en het contact met hun spelplezier kwijtraken.

Ja, je ziet, ik kan er best goed over schrijven. Nu zelf nog op tijd herkennen en toepassen…

Er komt dus nu geen cd. Er komt overigens wel binnenkort een workshop voor professionele musici die ik dan iets hoop te leren over spelen, over de vrije stroom van muziek en meer van dat soort wijsheden. Daar zullen ze vast heel blij mee zijn….

Jan Kortie