Search
Close this search box.

menu

Mensch, durf te beven!
Over kwetsbare stevigheid, dood en leven

Wat niet beeft staat niet vast
Tomás Halík

Deze column gaat over troost. Over kwetsbaarheid. Over missen. Over eenzaamheid. Over gedeelde eenzaamheid, gedeelde kwetsbaarheid. En over zingen, samen zingen, en hoe ons dat steeds weer op een diep niveau kan troosten. Ons kan helpen opveren, ruimte vinden. Over hoe muziek verbindt en hoe het slotakkoord dan toch uiteindelijk ook weer vreugdevol kan zijn.

Maar voor ik verder ga: allereerst heel veel dank aan alle mensen die gereageerd hebben op onze vorige nieuwsbrief. We kregen echt een ongedachte hoeveelheid reacties, en ze waren stuk voor stuk hartverwarmend, ze waren vol goede wensen, dankbaar, geroerd, steunend. Het waren er veel te veel om iedereen persoonlijk te kunnen bedanken ervoor, maar we waren er echt heel blij mee. Voor wie die nieuwsbrief gemist heeft en nu in het duister tast: onderaan tref je een link ernaartoe aan. En trouwens ook de vraag wie er kantoorruimte zoekt, ik heb een nieuwe plek gevonden voor mijn kantoor en nog een of twee kamers over. Maar dat terzijde.

Alle zielen
Zaterdag aanstaande is het Allerzielen. In de katholieke traditie waarin ik ben opgegroeid is het de dag waarop de doden herdacht worden. In de kerk waarin wij vroeger kwamen leidde dat tot een wat zware sfeer. Pas veel later kon ik begrijpen dat die zwaarte eigenlijk niet werd veroorzaakt doordat de dood centraal stond, of het gemis. De zwaarte was er omdat het gemis niet of nauwelijks kon stromen. Er was wel pijn, maar die werd ook ingehouden. Toch sprak het ritueel ervan me wel aan. Ik hield ook als jongetje al van rituelen, zo hield ik er ook van om als misdienaartje bij uitvaarten ingeroosterd te worden. Ten eerste natuurlijk omdat ik dan niet naar school hoefde; maar toch ook om de mystieke ervaring ervan, al kende ik dat woord toen nog niet. En vanwege de verbindende werking ervan, die ontstond omdat je bij een uitvaart er nu eenmaal niet aan ontkomt om onze menselijke kwetsbaarheid onder ogen te zien als een onvermijdelijke, menselijke ervaring.

‘Alleen muziek kan over de dood praten’ las ik ooit. Het is een uitspraak van de Franse schrijver André Malraux en hij heeft gelijk. Ook jij kent vast de troost die uit kan gaan van een passend stuk muziek, van een mooi lied. Mogelijk speelt de tekst daar een rol in, maar ook als er geen woorden zijn of als je ze niet verstaat gebeurt er iets: de trilling van de stem dringt in ons door en raakt ons op een laag die dieper gaat dan die woorden. In ons gaat er iets mee trillen. Iets gaat beven wellicht. Kunnen we dat toelaten, dat beven? Durven we dat?

Mensch, durf te beven!
Ik moet er zelf steeds weer aan wennen, maar het is echt zo: wie trilt, wie beeft, die staat steviger dan degene die zich schrap zet. Tomás Halík zegt het mooi, in het citaat boven deze nieuwsbrief. Iedere architect weet het: een gebouw dat te stijf is stort eerder in bij een aardbeving dan een gebouw dat mee kan bewegen. Voor ons mensen is dat net zo: echte stevigheid gaat hand in hand met flexibiliteit. Dat betekent ook: met kwetsbaarheid. Want wie zich niet pantsert kan gekwetst worden. Dat doet pijn. Of het roept oude pijn, die in ons verstard was geraakt, naar boven. Het toelaten daarvan voelt altijd weer als wankel, we verliezen de controle. Daar is moed voor nodig. Maar het brengt vervolgens juist stevigheid. Het brengt veerkracht! Dat is een mooi woord, nietwaar?

Al meer dan vijftien jaar zingen we tijdens Het Lied van de Ziel rond Allerzielen voor dierbaren die overleden zijn. Hun namen worden gezongen, en we zingen hen onze liefde toe. Doet dat iets voor de gestorvenen? Tja, dat kunnen we niet weten. Het laatste wat we voor de doden kunnen doen is voor hen zingen, las ik ooit, en dat vind ik een mooie gedachte. Maar het doet natuurlijk ook iets voor onszelf. Het verbindt ons met ons hart, waar de liefde en de rouw allebei wonen. En het verbindt ons met elkaar, in gedeelde kwetsbaarheid. Daar gaat meer troost van uit dan van menig opbeurend bedoeld woord.

De winst van de kwetsbaarheid
En trouwens, laten we na Allerzielen niet onze kwetsbaarheid weer opbergen. Laten we zacht blijven. Laten we blijven rouwen als dat nodig is, en zolang als dat nodig is. En: laten we blijven beven! Daar valt echt veel winst te behalen! Als we kunnen stoppen met te doen alsof we zeker van onze zaak zijn, als we kunnen toelaten dat het leven spannend is en ongewis, dan kan het zijn dat we letterlijk onze benen voelen trillen, dat ons hart bonkt, dat ons lijf beeft. Maar juist door dan niet in te grijpen geven we het leven de kans om door ons heen te stromen. We zien dat steeds weer gebeuren in onze workshops, en vooral: we horen het. Want voor de stem is het heel openend, voor zingen is het heerlijk. Nee, soms niet meteen, dat is waar. Maar durf maar, en je moed zal beloond worden. Je zult verbaasd zijn over de muziek die dan uit je komt. En je zult misschien minstens zo verrast zijn door hoe fijn dat voor anderen kan zijn om te horen.

Jan Kortie