menu

Huilen en lachen. En zingen
Het zangseizoen gaat weer van start!

Ik ben een huilebalk. Ik huil makkelijk. Maar ik kan ook makkelijk liefhebben, volgens mij.
Desmond Tutu

Zal ik bij het begin van deze eerste column na de zomer meteen maar weer een open deur intrappen, die niet vaak genoeg geopend kan worden? Daar gaan we, hou je vast, mijn boodschap vandaag is:

Zingen is vreugdevol! Echt waar, voor iedereen!

In de vakantie (jazeker, die was heel fijn, dank je) heb ik flink de tijd genomen om te lezen. Heerlijke romans van Dimitri Verhulst, och, wat een verrukkelijke sappige taal, wat een prachtige mij geheel onbekende Vlaamse woorden, wat een bloemrijke zinnen, wat een creatieve wendingen, wat een plezier, hij lijkt eerder te spelen dan te schrijven, ik word daar heel gelukkig van, ik mag hopen hij zelf ook.

Maar ik neem ook altijd een paar boeken mee die wat filosofischer zijn. Zo las ik nu ‘Het boek van Vreugde’, de weerslag van een ontmoeting van de Dalai Lama en Aartsbisschop Desmond Tutu. Twee oude mannen. Maar eigenlijk ook: twee kwajongens. Die er groot plezier in scheppen om elkaar te plagen. Tutu: ‘Ik snap niet dat jij overal volle zalen trekt met dat gebrekkige Engels van je.’

Ze lachen wat af, samen.

Ze lachen wat af samen, over zichzelf en elkaar en het leven. Ze steken elkaar voortdurend aan. En beiden zijn diep bewogen over de wereld waarin we leven en zeggen daar heel behartenswaardige dingen over. Het gaat over compassie, over dankbaarheid, over vergeving. Een terugkerend thema in het boek is:

Vreugde is onze wezenlijke staat van zijn.

Dat is iets wat we maar al te makkelijk vergeten en wat we ook niet vaak genoeg kunnen horen. Er is zoveel wat ons ervan afleidt. Er is frustratie, eenzaamheid, pijn, wanhoop. Ziekte, zorgelijkheid, geweld, vervreemding. Het slaat nergens op om die te willen ontkennen of bagatelliseren. Beide mannen hebben er in hun leven ook genoeg van gezien, en meegemaakt.

Zo beschrijft Desmond Tutu een paar van zijn ervaringen als voorzitter van de Waarheids- en Verzoeningscommissie in Zuid Afrika. Waar uiterst pijnlijke verhalen aan het licht kwamen, die hemzelf soms ook aan het huilen maakten. Daaraan koppelt hij een pleidooi om emoties niet steeds onder controle te houden: ‘Ik zou zeggen, gooi ze eruit, misschien moet je je pijn en verdriet er zelfs uit schreeuwen. Dat kan je weer in je normale doen brengen. Als je emoties wegstopt en doet alsof ze er niet zijn, gaan ze sudderen en worden ze een wond. Dit heb ik niet uit een boekje. Dit is hoe ik ermee omgegaan ben’. Aldus Tutu.

Dat is mij uit het hart gegrepen. Niet dat ik zelf zo’n huilebalk ben, ik heb echt moeten leren om het mezelf toe te staan. Maar iedereen die ooit echt gehuild heeft kent de opluchting, de ruimte die dat kan geven.

Dan ineens zie je weer: het gaat voorbij.

De pijn is echt. Maar het voelen ervan is steeds een fase, en die gaat voorbij. En dan komen we bij vreugde. Je kunt ook zeggen: dan komen we terug bij de vreugde die er eigenlijk altijd al was.
Had ik al gezegd dat zingen vreugdevol is? Nee, echt niet? Of heb je gewoon niet goed geluisterd? Nou vooruit, dan zeg ik het nog een keer:
Zingen is vreugdevol.

Nee, niet altijd, dat snap ik ook wel. Het is soms frustrerend. Het is soms onmogelijk omdat je strot dicht zit. Het is soms saai. Het is soms pijnlijk. Het is soms bloedje spannend. Maar vergeet nooit: dat zijn allemaal fases, en die gaan voorbij. Soms duren ze lang, die fases, dat wel. Eindeloos, schijnbaar. Maar toch zijn ze eindig. Ons diepste wezen is vreugde. Neem het aan van twee oude kwajongens.
Zingen kan ons helpen bij die vreugde te komen. Al zingend bevrijden we onszelf van wat er in de weg zit. Dat kan veel of weinig zijn, en het kan bevrijd worden. Daarom noemen we het ook graag stembevrijding. Het is soms een heel proces en soms een kwestie van een knop omzetten.

En iedere keer als er iets bevrijd is dan willen we natuurlijk ook weer zingen.

Jan Kortie