Een van de meest onderschatte kwaliteiten in het leven is het vermogen om onzeker te zijn. Voor de meeste mensen is onzekerheid een hoogst ongewenste ervaring. Maar ik durf hier de stelling wel aan: onzekerheid toelaten is de sleutel tot het werkelijk ervaren van geluk.
Met veel plezier en herkenning las ik de afgelopen tijd het boek ‘De stille stem’ van Jan Oegema. De titel ervan is natuurlijk al intrigerend en paradoxaal. Het boek gaat over allerlei aspecten van openheid. Oegema constateert tot zijn vreugde dat ”menig filosoof, dichter en kunstenaar de afgelopen eeuw de lof der onzekerheid (heeft) gezongen. Onzekerheid geldt niet uitsluitend meer als kwelling, ze geldt meer en meer als kwaliteit. Zij het dan een kwaliteit die pas als zodanig tot uitdrukking komt door het benoemen van de positieve keerzijde van onzekerheid: openheid. Het aanvankelijke ongemak veroorzaakt door het verlies van zekerheden heeft plaatsgemaakt voor het altijd ambivalente verlangen naar openheid en open laten. Ambivalent én ingewikkeld, want het gehoor geven aan dat verlangen vraagt om een kwetsbaarheid die nooit goed went, een kwetsbaarheid die bijna altijd met angst en weerstanden gepaard gaat.”
Fijn!
Onzekerheid, ongemak, angst, weerstand, kwetsbaarheid. Fijn, hè! Hartelijk welkom in de vreugdevolle wereld van stembevrijding! Een stem die zich vrij beweegt is een open stem. Wil jij graag een open, vrije stem? Dat kan, dat bestaat. Het bestaat zelfs als mogelijkheid voor iedereen! Maar openheid, zegt Oegema, bestaat bij gratie van het kunnen leven met onzekerheid. Is dat niet precies wat wij nu in deze wereld ook met elkaar aan het leren zijn? Onze wereld is onmiskenbaar op tal van terreinen in crisis, allerlei (ogenschijnlijke) zekerheden eroderen. Dat zal ons, zij het niet zonder slag of stoot, leiden naar een opener samenleving, waarin kwetsbaarheid kan bestaan naast vitaliteit, onzekerheid naast saamhorigheid. Alle verkrampte pogingen om veiligheid te willen garanderen in onszelf, in onze relaties, in ons werk, in ons land kunnen we, ja, moeten we beetje bij beetje loslaten om te ontdekken dat wezenlijke veiligheid niet gevonden wordt in afscherming maar in verbinding. Niet vechten dus, niet vluchten, niet bevriezen, maar erbij blijven en ademhalen. Dat lijkt iets dat slechts de moedigen gegeven is, maar we kunnen die moed allemaal oefenen.
In onze Opleiding tot Stembevrijder komen we in deze periode van het cursusjaar bij een weekend dat gaat over ‘vertrouwen’. Dat roept iedere keer weer, ook bij mij, de vraag op: wat is eigenlijk vertrouwen? Dat is nog niet zo’n makkelijke vraag. Ik weet inmiddels wel wat het niet is. Het is geen zekerheid, het is geen zeker weten dat het goed gaat komen, het is geen vasthouden aan welk houvast dan ook. Vertrouwen lijkt wellicht over de toekomst te gaan, maar het gaat juist over: nu. Het gaat over: dit ben ik, nu. Zelfvertrouwen is dan: vertrouwen in wie ik nu ben, vertrouwen op wat er nu in mij leeft, vertrouwen op wat er nu door mij heen stroomt. Zonder voorkeur en zonder in te willen grijpen. Zelfvertrouwen is dus: trouw zijn. Zelfvertrouwen over je eigen zingen is: trouw zijn aan de muziek die zich nu in jou openbaart. Openbaren, misschien bestaat er wel geen mooier woord voor dit proces. Want dat beschrijft het precies: zelfvertrouwen is je openen voor je muziek en die dan baren. Scheppen, niet om iets te bereiken, maar enkel omdat je trouw bent aan jezelf en dus niet anders kunt.
Ja, dat ben jij
In zo’n weekend over vertrouwen bieden we de deelnemers dus geen houvast, geen het-komt-wel-goed. Toch komen de meesten er vrij opgewekt vandaan. En dat heeft dan te maken met de unieke kracht van zingen: je kunt misschien niet uitleggen wat er allemaal in jou leeft, je kunt er ook geen greep op krijgen, maar je kunt het wel zingen! Je kunt het zelf zingend ervaren, je kunt dan voelen: dit ben ik! En wie het hoort weet dan ook: ja, dat ben jij echt. En dan wordt hoorbaar en zichtbaar: ieder is anders. En: ieder heeft iets eigens te geven. Want als we ons niet inhouden (en ook niet forceren) dan is zingen een pure vorm van geven. Een moeiteloos geven, een natuurlijk geven, een overvloedig geven. Daar opent zich iets, of beter: daar openen we onszelf. En ja, dat is kwetsbaar en ongemakkelijk en angstig. Maar heel bemoedigend. En o, zo vreugdevol.
PS
Na enig wikken en wegen werd de naam: De Stem van Liefde en Angst. Er schreef zich een klein groepje deelneemsters in, minder dan gehoopt, maar genoeg om mee te beginnen. Het bleek een mooi programma te zijn, dus na de zomer hebben we het opnieuw aangeboden. Er kwamen al iets meer inschrijvingen, maar het liep nog niet storm.
Toen heb ik Sarah gesuggereerd de naam aan te passen. Ik dacht: laten we het woord ‘angst’ uit de naam halen, dat schrikt misschien af. Sarah voelde daar niet meteen voor. ‘Daar gáát het juist over’, zei ze. En ze vroeg het aan wat deelneemsters. Zo’n beetje de helft gaf aan dat ze juist gekomen waren vanwege dat woord. Toen snapte ik dat het gewoon mijn angst was. We besloten de titel niet te wijzigen. De volgende cyclus stroomde vol en kende een wachtlijst…