Het schuldige schuldgevoel

Zodra je aan iets begint, zie je de barsten, de scheuren, de foute beslissingen.
Anderen zullen het mooi vinden of geslaagd, maar dat komt omdat die alleen zien wat het is geworden.
Ik zie wat het had móeten zijn en beschouw dus eigenlijk alles wat ik maak als mislukt. Elke dag weer.
En toch moet je daar je schouders over ophalen en denken: volgende keer beter. Al was het maar omdat je het een jaar later, na de nodige afstand, soms alsnog goed vindt.
Je onbewuste weet kennelijk wel wat het doet, daar mag je op vertrouwen.

Spinvis (Volkskrant 28/2/2015)

Schouderophalend mislukken, vertrouwend op je onbewuste. Een heerlijk paradoxaal advies, dat fijn ingaat tegen alles in deze wereld wat ons steeds maar toeroept: doe je best! Het is echt een heel goed advies, voor zangers en zangeressen, van vergevorderd tot absolute beginner. Maar o, zo moeilijk op te volgen!

Waarom is het zo moeilijk? Ik wil wel een schuldige aanwijzen: ons schuldgevoel. Wie heeft dat niet? Of heb jij je daarvan bevrijd? Ik heb al diverse keren gedacht dat ik er nu onderhand wel vanaf was, om er dan weer achter te komen dat het zich op een subtieler, dieper niveau in mij vastgezet heeft. Dus misschien kom ik er wel nooit vanaf. Maar ik kan het wel beter relativeren dan ik vroeger kon.

Wat mij daarin erg geholpen heeft, is een lezing van een filosofe waarin zij uitlegde dat schuldgevoel eigenlijk helemaal geen gevoel is, maar een combinatie van twee gedachten. De eerste gedachte is: ik schiet tekort. De tweede gedachte is: ik zou niet tekort moeten schieten. Die gedachten botsen met elkaar, dat veroorzaakt een innerlijke kramp. Als een van beide gedachten weg is, zijn we van die kramp af.

Nu kunnen we dus kiezen: welke van beide gedachten gaan we aanpakken? In onze cultuur (en helaas uit zich dat ook in ons onderwijs) besteden we enorm veel energie aan die eerste gedachte. We gaan proberen om niet, of in ieder geval minder, tekort te schieten. Niet falen! Niet toegeven aan je onvolmaaktheid! Schaven aan je zwakke punten!
Dat gaat helemaal voorbij aan de onvermijdelijkheid die Spinvis beschrijft: we zijn gedoemd te mislukken – omdat we zelf, vanbinnen, een beeld hebben van het ideaal. Dat ideaal doet er trouwens erg toe, het motiveert ons, zet ons in beweging, als een visioen. Maar de realiteit haalt het daar simpelweg nooit bij.

Hoe ziet de tweede optie eruit? Je vervangt de zin: ‘ik mag niet tekortschieten’ door de zin ‘ik mag wel tekortschieten’. Ik moet zelfs tekortschieten. Kijk, ófwel ik zing mijn lied en het is onvolmaakt, ófwel ik zing het niet. Je kunt ook zeggen: ófwel ik geef wat er is, inclusief de barsten en de scheuren, ófwel ik geef niet. Dan is het eerste toch echt te verkiezen.

Onderschat niet het belang van daarna je schouders durven ophalen over dat wat je er niet aan bevalt. Erop terugkijken en je eigen strenge oordeel eigenlijk gewoon niet al te serieus nemen. Vertrouwen op je onbewuste, dat het beter weet. En dat onbewuste, dat ben jij natuurlijk, dat is je hoogste weten.

Ontwapening
Wat hier aan de orde is, is verzachting. De hardheid van je eigen oordeel met zachtheid benaderen. Je niet wapenen om het schuldgevoel te lijf te gaan of om andermans mogelijke verwijt te pareren. Wel kijken naar de kramp die het oplevert, niet doen alsof het er niet is, of dat het wel meevalt – nee, dat helpt ook niet. Verzachting, ontwapening. Deze twee begrippen bleken sleutelwoorden tijdens onze recente winterretraite. Wie vanbinnen verzacht, gaat lekkerder zingen. En zingen kan dan ook weer helpen verzachten, net als de stilte een heilzame werking heeft als je je daaraan overgeeft. En de combinatie van zingen en stil zijn is magisch, zo ondervonden we weer.

Het was een prachtig weekend, we ontvingen daarna tal van dankbare reacties. En wat behulpzame feedback. Ik kreeg ook een kritisch mailtje van iemand die na een dag teleurgesteld naar huis was gegaan. Ik was dus tekortgeschoten, ik had niet iedereen volmaakt gelukkig gemaakt – terwijl dat in mijn ideaalbeeld wel gebeurt. Volgende keer beter.

Jan Kortie