Vorige week mocht ik een bijdrage leveren aan een congres over coaching. Een inspirerende en ook nog leuke dag. Lachen en leren gaan goed samen, zag ik weer eens. Bijvoorbeeld bij de lezing van een filosoof die met gevoel voor humor de vloer aanveegde met allerlei gangbare maar oppervlakkige waarheden. Daar word ik blij van. Zeker als hij concludeert dat we meer gebaat zijn bij losheid dan bij ijver. En dan is het heerlijk zingen met een paar honderd welwillende mensen, want dat zijn coaches natuurlijk. Het congres ging over ‘dilemma’s en andere ongemakken’, een fijn thema dat ruimte laat voor de onoplosbaarheid der dingen. In een maatschappij die zo gericht is op efficiency en resultaat is dat een verademing.
Er sprak ook een hoogleraar die een opmerking maakte over ‘mensen met een negatief zelfbeeld’ en hoe je daarmee om moet gaan. Die formulering intrigeerde mij. Want hij roept de suggestie op dat er mensen zijn die een negatief zelfbeeld hebben en anderen die dat niet hebben. Mij lijkt dat een vergissing. Wij mensen hebben nou juist allemaal, per definitie, ook een negatief zelfbeeld. Vind je dat te kort door de bocht? Ik vind het enorm troostrijk. Wij mensen verenigen in onszelf twee polen. Dat negatief zelfbeeld is een van die polen. Als je even stil wordt, weet je waarschijnlijk meteen wat het jouwe is. Het is iets in de geest van: ik doe er niet toe, ik hoor er niet bij, ik ben dom/dik/lelijk/stom/niks waard, ik schiet tekort. Als je het tot je door laat dringen is het een pijnlijk gevoel van gemis. ‘Ik kan niet zingen’ kan daar een afgeleide van zijn. Desgevraagd gaf trouwens de helft (!) van de aanwezige coaches aan dat ze dat van zichzelf dachten.
Ik ben een magneet
De tweede pool is die van de liefde. Vanuit die pool hebben we goedheid te geven, en schoonheid. Daar huist ons talent. Daar ben je een wonder. Daar stroomt je muziek, ook dat is een wonder. Daar ben je dus een muzikaal wonder. Ongeacht je vaardigheden of het gebrek eraan. Een wonder van schoonheid. Net als iedereen. Omdat er in jou muziek leeft, geheel eigen aan wie jij bent.
Tussen die twee polen is een spanningsveld aanwezig. Vergelijk het met een magneet: een pluspool en een minpool. Die twee samen zorgen voor een magnetisch veld waarin aantrekking en afstoting bestaat. Magnetisme creëert spanning!
Als je die twee polen naast elkaar kunt laten bestaan, en je er niet tegen verzet dat je zo in elkaar steekt, dan is het leven vol vitaliteit, spannend, ongemakkelijk, vol dilemma’s en paradoxen. Niet saai. En vaak ook: niet rustig. Wie daar niet tegen kan zal proberen de onrust te beteugelen. De spanning te verminderen. Die poging om rust te creëren geeft vervolgens onvermijdelijk stress.
Fijn, zo’n negatief zelfbeeld
Wat vind ik nou zo troostrijk aan dat negatief zelfbeeld? Nou, niet dat beeld zelf, daar heb ik enkel last van. Maar wel de gedachte dat iedereen dat heeft. Dat maakt het lichter. Ik hoef niet meer te proberen ervan af te komen, dat gaat namelijk niet lukken. Zak ik dan niet in onverschilligheid weg? Nee hoor, juist niet. Ik kom terecht in een grotere ruimte. Dat is de ruimte van én én. Ik ben én een wonder én een kneus. En jij ook. Ik snap nu: als ik geïdentificeerd raak met mijn negatief zelfbeeld, dan denk ik dat het waar is. Dat kan heel pijnlijk zijn. Maar ik ben meer dan alleen dat. En ik kan dat zingend ervaren. Ik kan de pijn bezingen van het gemis, van de eenzaamheid die gepaard gaat met dat negatief zelfbeeld. Dat kan leiden tot prachtige en ontroerende muziek, die jij vast zult herkennen. Als ik het ongemak van die kwetsbaarheid toelaat, dan opent zich mijn hart.
En dan ben ik zomaar beland in mijn andere pool. Daar kan ik mijn liefde bezingen, ik kan jou mijn lied geven, ik kan jou moed inzingen. Als ik mij echt overgeef aan wie ik ben, dan kom ik uit bij mijn muziek. Mijn schoonheid. Als ik loslaat dat ik anders, verder, beter zou moeten zijn, dan geef ik mijn schoonheid. En schoonheid zal de wereld redden, zeg ik Dostojevski graag na. Overigens kan het juist voor professionele musici, met hun bijzondere talent voor schoonheid, bijzonder delicaat zijn om te moeten bewegen tussen die twee polen, tussen dat talent en de angst voor het tekortschieten. Om die reden organiseren we over twee weken voor deze groep een specifieke workshop hierover: Leven van Talent.
De helft van de coaches dacht niet te kunnen zingen. Maar ja, dat was natuurlijk niet waar. Toen we eenmaal aan het zingen waren en de overgave daaraan toenam, werd het een prachtig, spontaan meerstemmig en opgewekt gezang. Ik denk dat de wereld precies dat nodig heeft. Onze bereidheid, onze levendigheid, onze kwetsbaarheid, ons niet-weggestopte ongemak. Onze schoonheid. Ieders schoonheid.
Kom maar meedoen. Kom de wereld maar redden.