menu

Een steen, een roos, een nachtegaal

The most beautiful emotion we can experience is the mystical, it is the source of all true art and science
Albert Einstein

Wat is jouw associatie met het woord ‘mystiek’? Ik heb lang gedacht dat mystiek gaat over iets dat ver weg is en moeilijk. Maar dat is niet zo. Het is dichtbij en moeilijk. En ik zeg nou wel ‘moeilijk’, maar eigenlijk is dat ook niet waar. Onbegrijpelijk is een beter woord. Of: geheimzinnig. En dat is niet gek, want het Griekse woord ‘mystikos’ betekent nou juist: geheimvol. Dus als ik het goed begrijp gaat mystiek over dat wat niet begrepen kan worden.

Einstein kon de dingen mooi verwoorden. Een wetenschapper die pleit voor het ervaren van het mystieke vind ik sowieso al intrigerend. Wetenschap wil nou juist weten en begrijpen. En dan zegt Einstein: zoek de bron in het onbegrijpelijke. Ik hoorde iemand ooit een beeld over kennis schetsen dat mij sindsdien is bijgebleven. Je kunt kennis zien als een bol. Alles wat je weet zit in die bol, alles wat je niet weet bevindt zich daarbuiten. Op het grensvlak leven dan je vragen, want je kunt alleen vragen hebben vanuit wat je wél weet. Als je meer kennis vergaart dan groeit de bol. En zie wat er gebeurt: de inhoud wordt groter, maar daarmee groeit ook het oppervlak. Dus: meer vragen! Dit proces is eindeloos. Wetenschap zal altijd trachten om te komen tot meer antwoorden. En uiteindelijk leidt dat tot meer vragen. Iedere keer als een ‘waarom’ in een ‘daarom’ is veranderd komen er nieuwe ‘waaroms’.

Eigenlijk gaat dat allemaal om het wonder dat het leven is. We leven in een wonder! We proberen daar iets van te begrijpen. Dat lukt ook af en toe. Eigenlijk is dat ook al weer een wonder. Dat wij dat kunnen! Maar wie te geobsedeerd raakt door de antwoorden verliest de schoonheid van het onbevattelijke uit het oog. Daar komen de mystici ons te hulp. “Om alles te weten moet ik niets weten” zei Johannes van het Kruis, bijna vijfhonderd jaar geleden. Hoe kleiner de bol, des te minder vragen. Geen bol, geen vragen. Ook geen antwoorden. Alleen maar ruimte. En zo’n honderd jaar later schreef de Duitse mystieke dichter Angelus Silesius:

De roos kent geen waarom,
zij bloeit.

Zo’n zinnetje maakt mij enorm blij. Hier wordt het onbegrijpelijke niet verklaard, maar wel nabij gebracht. Want die roos, die kan ik zien en ruiken. En die kan me vervullen met dankbaarheid. Onbegrijpelijke, maar onmiskenbaar aanwezige dankbaarheid.

Moet deze nieuwsbrief niet over zingen gaan? Jazeker, en daar komen we nu ook uit. Want het is een kleine stap van de roos naar bijvoorbeeld de nachtegaal. ‘De nachtegaal kent geen waarom, zij zingt’. En van de nachtegaal is het een kleine stap naar de mens. ‘De mens kent wel een waarom, hij zingt veel te vaak niet’. Het waarom van de mens wordt namelijk heel snel een waarom-niet. ‘Ik kan niet zingen, ik kan geen wijs houden, ik heb geen ritmegevoel’.

Maar, zegt Einstein in het citaat boven deze nieuwsbrief, het mystieke is ook de bron van alle ware kunst. Daar voeg ik graag aan toe: die kunst hoeven we niet aan kunstenaars over te laten. Het is wel fijn dat ze er zijn en ons voortdurend inspireren, maar laten we allemaal ons eigen leven bezingen, want dat kunnen anderen niet voor ons doen. En dat is ook precies waar het mystieke in z’n onbegrijpelijkheid heel dichtbij kan komen: ik kan het wonder, de schoonheid (en de pijn!) van het leven ervaren én ik kan het met mijn eigen stem benaderen, bezingen, verklanken.

Ik ken daar twee manieren voor en die raad ik je allebei aan.

De eerste is: zing samen met anderen. Laat je meenemen in de gezamenlijkheid, in het wonder van de verbinding. Waar twee (of meer) stemmen bijeenkomen daar ontstaat in het midden eigenlijk een derde element: de samenklank, die zich onttrekt aan de controle van ieder van beiden. Samenzang kan ons dus dat wonder doen ervaren. Nog specifieker: zing mantra’s. Want die gaan nou juist altijd over het wonder, dat dan beleefd kan worden in z’n onverklaarbaarheid.

De tweede is: zing alleen. Laat jezelf horen. Aan jezelf, aan anderen. Geef je stem de ruimte, de ruimte die jij eigenlijk bent. Vertrouw je stem, jouw stem, die het wonder van jouw bestaan kan bejubelen, die jouw pijn kan beklagen, die jouw vreugde met de wereld kan delen. “Wat helpt dit toch enorm,” zei vandaag nog iemand tegen me die zojuist haar eigen weg bezongen had, en daar eigenlijk maar een paar woorden voor nodig had gehad. Dat zou iedereen moeten doen, denk ik dan.

Jan Kortie