Verzachten? Nee, verstevigen. O, nee, toch verzachten. Of verstevigen?

Wij scheppen geen muziek; wij scheppen alleen de voorwaarden waaronder zij kan verschijnen.
Sergiu Celibidache

Verharden we of verzachten we? Dat lijkt me de kernvraag waarvoor we als samenleving staan. We leven in een tijd waarin we houvast verliezen, en steeds minder zeker kunnen zijn over wat de toekomst ons brengt. Dan is verharden, verstrakken, verstenen heel verleidelijk. Maar het hoeft niet.

In de week van de Amerikaanse presidentsverkiezingen lag ik ziek in bed. Galstenen (ja, ook een vorm van verstening, ik weet het). Alle tijd om het nieuws te volgen, de spanning, de becijferingen, de belangen. Vervolgens de ontlading bij zoveel mensen. En de ontroering. Tranen in m’n ogen als ik luisterde naar sommige van de reacties, diep respect voor de waardigheid die ik zag bij mensen die echt geleden hebben onder de verharding van de afgelopen jaren en die zich nu bevrijd voelen. En nog moeten we afwachten hoe het verder gaat, natuurlijk. Maar ik kwam als een wat zachter mens uit mijn ziekbed.

Verharden of verzachten, dat is een cruciale keuze. Voor de samenleving als geheel, maar ook voor ieder van ons. En muziek kan ons daarbij helpen.

Perfectie of levendigheid?
Misschien ken je de naam van de grote dirigent Sergiu Celibidache (1912-1996). Hij stond bekend als een zeer eigenzinnig mens; hij had bijvoorbeeld een grote afkeer van geluidsopnamen, muziek kan alleen live werkelijk tot z’n recht komen, vond hij. Daarnaast was hij een groot perfectionist, hij eiste veel meer repetitietijd met z’n orkesten dan gebruikelijk.

Dat heeft iets paradoxaals in zich. Juist door de eindeloos ontwikkelde opnametechnieken hoor je muziek immers nergens perfecter dan op cd. Speelt iemand een fout nootje? Dan doen we nog een take, en nog een en dan knippen en plakken we net zo lang tot ook dat ene nootje volmaakt klinkt. Het effect is tweeledig: we kunnen genieten van grote schoonheid – live hoor je zulke perfecte muziek nooit – én we leggen de lat weer wat hoger voor alle musici die immers bovenal mens zijn en dus nooit die perfectie live kunnen bereiken. En trouwens ook voor alle luisteraars die ontmoedigd kunnen raken omdat ze dat niveau zelf nooit zullen halen. Dat roept een wezenlijke vraag op: willen we perfecte muziek of willen we levende muziek?

Muziek en perfectie staan op zeer gespannen voet met elkaar. Perfectie suggereert dat er een norm is waaraan kan en moet worden voldaan. Maar dat is totaal in strijd met het wezen van muziek. Muziek is een voortdurende stroom van energie, van schoonheid, van ontroering en vreugde die tot ons komt, iedere keer opnieuw. Een stroom, een natuurlijke stroom. Als je die wil beoordelen snap je gewoon niet wat muziek is. Zou het ooit bij iemand opkomen om een rivier te beoordelen over hoe ze naar de zee stroomt?

Oefenen om te openen
Daarmee wil ik niet zeggen dat je niet met enorm grote toewijding bezig kunt zijn met je muziek, met studeren, met jezelf voorbereiden. Vertrouwen op de stroom is prachtig, maar natuurlijk valt er ook veel te oefenen. Maar je bereidt je dan niet voor op perfectie, je bereidt je dan voor om de muziek een zo open mogelijk welkom te bieden. Je doet alles om de voorwaarden te scheppen waaronder zij kan verschijnen, om het in de woorden van Celibidache te zeggen.

En mij gaan die woorden zeer aan het hart. Want ik ben zoveel mensen tegengekomen die denken dat ze niet muzikaal (genoeg) zijn, dat ze niet kunnen zingen, of geen gevoel voor ritme hebben. Sterker nog, ze ‘weten’ dat vaak ‘zeker’. Want het is hun al heel vaak gezegd. Maar ik weet dat het niet waar is, niet waar kan zijn.

En ik ben ook zoveel mensen tegengekomen die juist wel gewaardeerd worden om hun muzikaliteit, virtuoze musici soms, maar die gebukt gaan onder prestatiedruk, onder verwachtingen en beoordelingen. Voor wie het heel moeilijk is om nog onbekommerd te genieten van hun muziek.

Misschien is het drama wel dat we überhaupt zo’n indeling in twee groepen menen te kunnen maken. Want ons vermogen om te zingen zou ons niet moeten scheiden, maar moeten verbinden. Het maakt ons nu juist tot mensen, het is diep verbonden met onze menselijkheid. En als we ophouden om onszelf en elkaar te rangschikken in de mate waarin we voldoen aan allerlei normen op muziekgebied dan opent zich voor ieder van ons een totaal nieuwe ruimte. Daar leven verwondering en hoop, verlangen en vertroosting, schoonheid en goedheid.

Zachter én steviger
En nee, dat komt niet vanzelf, daar moeten we iets voor doen. Je zou kunnen zeggen: we krijgen de muziek wel gratis, maar niet voor niks. Want het vergt moed om jezelf ervoor te openen. Dat is de prijs die we moeten betalen. En niet een keer, maar steeds weer. Het vergt moed om jezelf te betrappen op cynisme en ervoor te kiezen om dat niet uit te leven op anderen, maar het zelf te onderzoeken en de pijn én het verlangen die eronder zitten toe te laten. Het vergt volharding, want veel in onze maatschappij wijst ons juist de andere kant op. En het vergt veel compassie, met jezelf en je eigen tempo én met anderen en hun tempo.

Maar de beloning mag er wezen: je verzacht. En tegelijk, o, paradox, word je steviger. En die combinatie, dat is precies waar onze wereld naar hunkert.

Wil je steun op die weg? Stembevrijding helpt je om precies die stap te maken die nu gezet kan worden, zonder forceren én zonder terughoudendheid. Het kan een fascinerend proces zijn met onverwachte wendingen. Maar je zult ervaren: je muziek is er al, steeds weer, die hoef je niet te scheppen. Dat is echt een zorg minder.

Jan Kortie