In deze fase van het jaar ben ik altijd intensief bezig met onze opleiding. Er worden jaren afgesloten, diploma’s uitgereikt. De slotweekenden zijn vaak behoorlijk spannend, er gebeuren altijd onverwachte dingen, en er kunnen, zo op de valreep, nog enorme stappen gezet worden. Als dan helemaal aan het eind van zo’n weekend, met allerlei hoogte- en dieptepunten, geworstel, gedoe, nieuwe inzichten, oude pijn, ongemak, opluchting, verkramping, verruiming, alles weer op z’n pootjes landt, dan weet ik weer: eind goed, al goed.
Zo is het toch ook in muziek? De laatste klank is de belangrijkste. Alles daarvóór is nodig. Dat kan heel mooi zijn, ontroerend, vervullend, of juist ingehouden, onzeker, misschien zelfs gewoon lelijk. Maar het is de laatste toon die in de ruimte blijft hangen. Is die laatste toon oprecht, is die laatste toon een zieleklank, dan is al het voorafgaande snel vergeten. Maar is het lied vol overgave gezongen en de laatste toon een stap terug, de controle hernomen, dan blijft de luisteraar toch onbevredigd achter. En de zanger natuurlijk ook.
Van ‘hoe hoort het?’…
Naast de afronding van de opleidingsjaren voer ik in deze periode ook kennismakingsgesprekken met kandidaten die het komend jaar willen starten. Begin en einde komen zo dus eigenlijk bij elkaar. En beide roepen de vraag op: wat is een stembevrijder? Wat maakt iemand tot een goede stembevrijder? Dat zijn nog helemaal geen makkelijke vragen. Soms komen mensen op onze opleiding af die de stembevrijdingsmethode willen leren. Een methode die je dan kunt toepassen, want dan weet je hoe het hoort. Maar ja, stembevrijding is nou juist geen methode. Het is eerder een verlangen. En niet zomaar een verlangen, het is universeel verlangen. Want wie verlangt er nou niet naar om zijn stem in vrijheid te gebruiken, om ruimte te voelen, om gehoord te worden, om zich verbonden te weten?
Misschien is de allerbelangrijkste kwaliteit die een stembevrijder moet hebben wel: luisteren. Niets doen, alleen maar je hart openzetten. Eenvoudige opdracht, maar soms onvoorstelbaar moeilijk om uit te voeren. Alleen maar luisteren. Wat er ook op je afkomt. Ook als jij in de verste verte niet ambieert om stembevrijder te worden, maar wel een bijdrage wil leveren aan deze wereld, dan zou ik zeggen: oefen je in luisteren. Want wie echt met z’n hart kan luisteren verandert meteen de energie, de trilling, die in een ruimte heerst. Een echte luisteraar maakt een wereld van verschil. Dat weet eigenlijk iedereen die wel eens niet gehoord, niet verstaan is. Iedereen dus.
Is het niet fascinerend dat instrumentale, woordenloze muziek zoveel ontroering teweeg kan brengen, en zoveel sfeer? Muziek die geen uitleg nodig heeft, die diep in ons een gevoelige snaar kan raken, op een niveau waar woorden niet kunnen komen. Woorden kunnen zo afleiden, ze moeten eerst door het hoofd heen voor ze bij het hart kunnen aankomen. En hoe meer woorden, des te meer kans op denkwerk. Muziek heeft geen woorden nodig, citeerde mijn ochtendblad eerder deze week Jules Deelder. Daar stem ik graag mee in. Deelder voegt eraan toe ‘een schurfthekel te hebben aan vocale muziek’. Daar hield mijn instemming op, dat zul je begrijpen. Want ik denk: laten we toch vooral ook zingen. En daar zijn af en toe woorden heel behulpzaam en betekenisvol.
…naar: ‘wat hoor ik?’
Over krap twee weken begint onze zangretraite. Een week van zingen en stilte. Het is een week van luisteren. Naar binnen, naar boven, naar het hart, naar de muziek die tot ons wil spreken. Naar het mysterie dat ons omvat én dat in ons is en zich door ons kan manifesteren. Af en toe zullen er woorden zijn, natuurlijk. In de hoop dat die ons luisteren weer verdiepen. En dat ze ons helpen om te zingen. Want dat wat jij hoort wil ook weer gezongen worden, vroeger of later. Dat wat ontvangen wordt wil weer worden gegeven.
Muziek heeft geen woorden nodig. Een nieuwsbrief over muziek wel. Maar ja, zo’n nieuwsbrief is alleen maar bedoeld om te zeggen: doe het maar het maar, zing maar, speel maar.