‘Het Letse wonder’ stond er boven het interview met de dirigent Andris Nelsons in de Volkskrant van een paar dagen geleden. Hij is nog maar 35 jaar, maar nu al een ‘supermaestro’. Ik lees graag interviews met dirigenten. Daar zal wel een behoefte aan identificatie aan ten grondslag liggen. En deze keer was dat helemaal raak. Ik kan namelijk ook geen jas kopen.
Ik zie me nog staan. Het is een jaar of twintig geleden en ik zocht in een kledingwinkel een nieuwe jas. Een behulpzame verkoper vroeg me naar wat voor jas ik op zoek was. Tja. Wist ik dat maar. Uit mijn omschrijving viel niet veel meer op te maken dan dat het een jas zou moeten zijn die bruikbaar zou zijn in alle omstandigheden, zomer en winter, niet te zwaar, niet te warm, niet te koud, niet te saai, niet te uitgesproken. Aan iedere jas die de verkoper toonde mankeerde dus wel iets. Ik herinner me niet hoe het afgelopen is, ik vermoed dat m’n vrouw mij ter plekke vol compassie door het aankoopproces heeft heen geholpen en dat ik de betreffende onvolmaakte jas daarna nog jaren naar volle tevredenheid gedragen heb. Misschien draag ik hem nog wel, trouwens, als iets mij eenmaal bevalt stel ik vervanging natuurlijk graag zo lang mogelijk uit.
Wat Nelsons hier eigenlijk prachtig beschrijft is hoe hij in een andere wereld een ander mens wordt, of minstens lijkt te worden. Dat lijkt vreemd, maar, heb ik inmiddels wel geleerd, het is volstrekt normaal. Wij mensen leven namelijk in twee werelden. Ik kan voor een groep, in een les of achter de piano heel gedecideerd zijn, spontaan reagerend op wat zich voordoet, samenvallend met wie ik ben. En in contact met een naaste kom ik ineens niet meer uit m’n woorden, trek me terug. Soms heb ik schijnbaar moeiteloos toegang tot wijsheid, soms ben ik geheel bevangen door de angst het verkeerde te zeggen. Ken jij dat ook? Het zijn twee werelden, waarin ik door compleet verschillende impulsen geleid word. Het verschil is het helderst te benoemen als: verticaal versus horizontaal.
In de verticale wereld stem ik mij af op het hoogste wat ik ben, op de meest verheven ingeving die ik kan krijgen, op het wonder van mijn bestaan, op het mysterie van het leven. Daar ervaar ik op de beste momenten eenheid, moeiteloosheid, inspiratie. Daar wordt het leven puurheid. Daar wordt het muziek. Daar adem ik inspiratie in en liefde uit, daar word ik een scheppend wezen. Dat kan in het werk wat ik doe, godzijdank. Het kan misschien wel in ieder werk. Maar het kan niet op iedere werkplek. Nelsons kan het ervaren in de concertzaal. En ik denk dat ik begrijp waarom: dat is voor hem (en ook voor vele anderen) een heilige plaats. Een plaats waar heelheid kan worden ervaren en doorgegeven. Nelsons lijkt daar de baas, maar dat is hij natuurlijk niet: de muziek is de baas. Hij hoeft zich dus ‘alleen maar’ daaraan over te geven, instrument te worden. Dan kan het wonder zich voltrekken, een ‘Lets wonder’.
Mooi, die verticale wereld. Konden we daar maar altijd vertoeven. Maar ja, Nelsons en ik moeten toch echt van tijd tot tijd een nieuwe jas hebben. We leven ook in de horizontale wereld, op deze aarde, die weliswaar bol is, maar toch in tal van opzichten ook gewoon plat. Daar komen we andere mensen tegen, onvolmaakte mensen, die onvoorspelbaar reageren. Die soms angst inboezemen, of afkeer, of onverschilligheid. Die oordelen, twijfelen, zoeken. We leven er in onze relaties, waarin we soms hemelse momenten beleven, maar ook altijd weer aanlopen tegen verwarring en misverstanden. We doen elkaar pijn, trekken ons terug, gaan in de aanval, raken verstrikt. In die wereld willen we in de smaak vallen, veiligheid en zekerheid vinden, ons tenminste handhaven. We lopen er aan tegen ons eigen en andermans gedoe. En we vergeten keer op keer dat we meer zijn dan dat.
Tot we weer op een heilige plaats komen, een kerk, een concertzaal, een museum, een open plek in een bos, een gastvrij huis. Of: een geïnspireerde vergadering, een integer gegeven workshop, een hoopvolle bijeenkomst, een liefdevol gegeven les, een smaakvolle winkel. Dat is wat ons te doen staat: heilige plaatsen creëren. Waar we als vanzelf dieper inademen en weer weten: er is meer.