Ik trap er zelf steeds weer in: denken dat ik te weinig tijd heb. Terwijl dat welbeschouwd een heel vreemde gedachte is. En zelfs een nogal schadelijke, want hij creëert druk, spanning, haast. Maar ja, ik ben een kind van mijn tijd. En we leven in een tijd die enorm gefocust is op tekort.
Het is natuurlijk helemaal niet mogelijk om tekort aan tijd te hebben. De tijd is niet iets wat we kunnen bezitten, we kunnen er geen voorraad van aanleggen. Het is een stroom, die ons per definitie door de vingers glipt. Je zou ook kunnen zeggen: we krijgen steeds weer nieuwe tijd. Zolang als het duurt. De enige vraag die telt is dan: ben ik helemaal aanwezig om die tijd te beleven, of verdoe ik de tijd? Leef ik de tijd of dood ik de tijd?
De tijd echt volop beleven vergt een dapper soort van overgave. Want het betekent: niet bezig zijn met een ander moment dan nu. Niet bang zijn voor wat er komen gaat, voor wat de uitkomst is van wat ik nu doe. En het betekent dus ook: dankbaar zijn voor dit moment en alles wat het geeft. Maar ja, ik zei het al, ik ben natuurlijk ook geïnfecteerd door de tijdsgeest. En die doet een enorm appel op angst. Angst voor het tekort, angst voor een toekomst met een tekort. We beveiligen ons suf! Met verzekeringen, met protocollen, met afspraken, met camera’s, met detectoren, met regels, met garanties, met toezichthouders en handhavers. En, dat is een treurige maar eigenlijk ook heel humoristische gedachte: dat kost allemaal handenvol geld en eindeloos veel tijd.
De tijd zal het leren
Hoe kunnen we de stap maken van angst naar vertrouwen? In ieder geval niet door controle, dat is wel zeker. We zullen moeten loslaten. Ben jij, ben ik bereid om te onthechten? De tijd is daarin een wijze leermeester. Want de tijd leert ons: niets op deze aarde blijft onveranderd. Alles wat jij nu om je heen ziet zal ooit verdwijnen. Je kunt je verzetten, of je kunt meebewegen. Vorige week bracht ik een paar dagen door op een mij dierbare plek waar ik al jaren graag kom en die ophoudt te bestaan. Zeer tot mijn spijt. Op de laatste ochtend van mijn verblijf werd ik wakker en wist ineens: het is alleen maar een vorm die verdwijnt. Vormen moeten verdwijnen. Alleen zo kan er ruimte voor iets nieuws komen. Dat is de functie van de tijd: dat er iets nieuws kan gebeuren, steeds weer.
En dat is een van de kostbare lessen die muziek ons kan leren. Want muziek is, net als tijd, een stroom die tot je komt. Probeer de stroom niet te controleren, dat kan niet. Probeer de stroom ook niet te beoordelen, maar oefen je slechts in erin aanwezig te zijn, de stroom door je heen te laten gaan. Telkens weer nieuw, geen toon gelijk aan een andere. Wees niet bang voor herhaling, want de tijd herhaalt zich nooit. Wees niet bang voor herhaling, want muziek herhaalt zich nooit.
Zingen is hierin misschien wel de beste en de meest vreugdevolle oefening die we tot onze beschikking hebben. Je stem brengt je meteen in het hier en nu. En als je daar dan bent aangeland, jouw toon zingt, je melodie zich laat vormen, dan zie je steeds weer: iedere toon eindigt, ieder lied sterft, iedere vorm verdwijnt. Maar de muziek gaat door. Je haalt adem, daar kun je zelfs alle tijd voor nemen. De stroom gaat door.
Kom maar ervaren wat dat voor jou betekent. Kun je de onvolmaakte toon die je zojuist zong achter je laten of probeer je hem nog te repareren? Kun je je verwonderen over de melodie die gaat komen of ben je hem al aan het plannen? Laat de tijd z’n werk doen, ook als het niet meteen wil vlotten, blijf er net zo lang bij tot je vrijuit jouw lied zingt. En geniet ervan dat jij een stem hebt zoals er geen tweede is. Geniet, want niet genieten is eigenlijk zonde van de tijd.