Zingen, heel sexy
Over contact en overgave

The most urgent problems we face with sex seldom have anything to do with technique.
Alain de Botton

Als het waar is dat ‘sex sells’ dan moet dat betekenen dat deze nieuwsbrief met meer dan gemiddelde belangstelling wordt gelezen. Dat zou mooi zijn. Trouwe lezers weten natuurlijk allang dat we zo meteen toch bij zingen uitkomen. De stap van het een naar het ander zal trouwens klein blijken te zijn.

‘De meest urgente problemen die we bij seks tegenkomen hebben zelden iets te maken met techniek’, luidt het onderschrift bij een afbeelding uit de Kamasutra in een lichtvoetig boekje over seks van de Engelse filosoof De Botton. Hij beschrijft hoe het verlangen naar erotiek alles te maken heeft met de eenzaamheid die ieder mens onvermijdelijk kent. En hoe daarom de eerste kus die je met iemand uitwisselt zo’n diepe indruk kan maken: ineens wordt de eenzaamheid opgeheven. Deze eenzaamheid dateert van onze jongste jaren. Een baby wordt gewaardeerd om wie hij is. Maar al spoedig wordt steeds meer dat wat we doen bepalend voor het enthousiasme dat we in anderen opwekken. Dan groeit ook onze schaamte, we schieten namelijk onvermijdelijk tekort op allerlei ogenblikken. Maar de behoefte om geaccepteerd te worden, om gezien te worden in wie we zijn, die blijft. Ook wie alle standjes uit de Kamasutra beheerst is er niet van verzekerd dat aan dat fundamentele verlangen voldaan zal worden.

Tot zover De Botton. Als hij ooit besluit een boekje over zingen te schrijven kan hij een deel van zijn tekst vrijwel onveranderd handhaven. ‘De meest urgente problemen die we in zingen tegenkomen hebben zelden iets te maken met techniek’. Het verlangen om te zingen is, net als het verlangen naar seks, diep verbonden met onze eenzaamheid. We verlangen naar verbinding, naar gezien en gehoord worden. Als ik alleen maar ben wie ik ben, wil jij mij dan zien? Als ik niet m’n best doe wil jij dan naar mijn zingen luisteren? Kun jij mij horen in mijn muziek als ik fouten maak, tekort schiet, stuntel? Durf ik te zingen zonder mezelf te censureren, zonder mezelf te forceren? Moet het goed zijn wat ik doe of is het genoeg als het ‘ik’ is?

Het sleutelwoord lijkt mij in dit alles: contact. We verlangen naar contact én we zijn er bang voor. Want contact betekent per definitie ook: overgave. Het loslaten van controle. Nou, dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik bedoel: dat is makkelijk gezegd dan gelaten. Toch is dat precies wat telkens weer van ons gevraagd wordt. Geen contact zonder een moment van overgave. En het lastigste is misschien nog wel: het omgekeerde is niet waar, want er is geen garantie dat onze overgave tot contact leidt. Voor contact is immers de overgave van twee personen nodig. Welbeschouwd is contact dus niet een prestatie, maar een moment van genade, een cadeautje.

Dat is voor mij altijd weer de zegen van stembevrijding. Het is één doorlopende oefening in contact. In zijn zonder te doen. In verlangen zonder terughoudendheid. In het telkenmale betreden van een grotere ruimte. Want ook dat verlangen kennen we allemaal: het verlangen naar meer ruimte. Daarom willen we zingen, want dat betekent: ruimte geven aan je muzikale zelf. ‘Er is een wereld voor me open gegaan’, zei laatst iemand na een workshop. Dat hoor ik mensen wel vaker zeggen, maar deze keer trof mij die formulering ineens. Het is eigenlijk letterlijk waar: stembevrijding kan ons inderdaad in een nieuwe wereld brengen: als we de wereld van het doen, van de controle loslaten dan opent zich de wereld van het zijn. Een wondere wereld die telkens weer nieuw is, die blijft verbazen, of je nou een doorgewinterde musicus bent of een schoorvoetende beginner. Contact verveelt nooit.

Jan Kortie