Search
Close this search box.

menu

Muziek zonder grenzen
De Japanse sierkers staat in bloei.

Mensen die samen muziek maken kunnen geen vijanden zijn.
Paul Hindemith (componist)

De Japanse sierkers staat in bloei.

Ken je die boom? Dat kan haast niet anders, ze staan overal in volle roze pracht te pronken. Ze zijn nu in de buurt waar ik woon op hun hoogtepunt. Ik ben bepaald geen natuurkenner, maar deze boom heeft mijn hart gestolen. Ik weet ook tamelijk precies waar ze te vinden zijn, en dezer dagen loop of fiets ik graag een straatje om er nog een te bewonderen.

Waarom juist de Japanse sierkers? Wel, het is de meest uitbundig bloesemende boom die ik ken. Ik houd van uitbundigheid. Ik houd van uitbundig lachen, en van uitbundig huilen. Ik houd van uitbundige boeketten en uitbundig gedecoreerde kastelen. Ik houd van uitbundig pianospelen, uitbundig zingen. In de Japanse sierkers heb ik een bondgenoot gevonden, die houdt zich niet in. Uitbundige schoonheid, zonder enige valse bescheidenheid. Weliswaar maar een dag of tien per jaar, maar dan ook voluit.

Ik houd ook van het woord uitbundig. Er straalt iets uit van overvloed, van zich niets aantrekken van de grenzen die wij onszelf en elkaar opleggen. Onze wereld barst van de grenzen en verreweg de meeste zijn kunstmatig. De grenzen van ons land, van onze stad, van onze tuin, allemaal kunstmatig. De grens tussen goed en kwaad. De grens tussen praten en zingen. De grens tussen wat kunst is en wat niet. De grens tussen wie wel kan zingen en wie niet.

Eerst onderscheiden we twee tegengestelden (wat voor een beter inzicht heel nuttig kan zijn) en vervolgens gaat het onderscheid tussen die twee met ons aan de haal en hebben we ineens een scheidslijn. Het begrip kunst is zelf ook ontstaan door een kunst-matig onderscheid. Dat kun je zien als je naar andere culturen kijkt. Zo had het Japans geen woord voor kunst, pas toen er contact met het westen kwam werd het nodig als vertaling voor dit westerse begrip.

In onze workshops zijn we veel bezig om die grenzen te overstijgen. Muziek wil zich namelijk niet beperken tot degenen aan de ‘goede’ kant van de grens. Muziek trekt zich van grenzen niets aan. Muziek zit in iedereen en wil gehoord worden, ook al is daar soms wat bevrijdingswerk voor nodig. Daarom benaderen we het zingen graag vanuit bijvoorbeeld praten of simpele klanken die iedereen moeiteloos kan maken, om dan daarvandaan naar steeds zangeriger geluiden te gaan. Muziek is ook een onvolprezen manier om grenzen te slechten.

De Nederlandse componist Merlijn Twaalfhoven (aan zijn site ontleen ik het bovenstaande inzicht over het ontbreken van het woord kunst in Japan) experimenteert daar graag mee. Zo organiseerde hij een project op Cyprus waar musici vanaf allerlei daken samen muziek maakten, over de grens heen die dat eiland verdeelt. Muziek laat zich niet stoppen door een grens. Twaalfhoven kan daar ook inspirerend over praten, in een van de kaders hieronder tref je een link aan naar een interessante toespraak van hem.

Het citaat van Hindemith waarmee deze nieuwsbrief begint zal Twaalfhoven dus wel uit het hart gegrepen zijn. Ik trof het aan op de website van Musicians without Borders. Deze van oorsprong Nederlandse organisatie doet precies wat je bij die naam vermoedt: ze maken muziek met mensen in conflictgebieden. Met mensen die als vijanden tegenover elkaar hebben gestaan, of met hun kinderen. Ik vind dat prachtig en hoopvol werk. De opbrengst van onze jaarlijkse Goede Vrijdag aflevering van Het Lied van de Ziel bestemmen we altijd voor een goed doel en ook dit jaar hebben we daar deze organisatie voor gekozen, die flink te leiden heeft onder bezuinigingen.

Jan Kortie