Zingen voor normale en voor bijzondere mensen

Het zelf bestaat, maar niet op zichzelf. Het bestaat alleen in actie.
Coen Simon

Dit citaat komt uit een boekje met de intrigerende en eigenlijk ook geruststellende titel: ‘Waarom we onszelf zoeken maar niet vinden’. De auteur, de filosoof Coen Simon, hoorde ik onlangs spreken op de conferentie van de Nederlandse Vereniging van Muziektherapeuten, waar ik ook een bijdrage mocht leveren. Hij hield een verhaal over verlangen en muziek, een beetje rommelig, half improviserend, zoekend en dan weer vindend. Ik hing aan zijn lippen. Een anekdote, een heldere waarheid, een intrigerende paradox en af en toe een onbegrijpelijke lange zin, ik houd daar wel van.

Na het bovenstaand citaat vervolgt Simon: ‘Authenticiteit bestaat ook, maar niet als vlekkeloos beginpunt’. Mooi gezegd, vind je niet? Zo wordt authenticiteit niet een statisch gegeven, maar een dynamiek. Pas als ik naar buiten kom met iets kan ik vaststellen of ik daarmee recht doe aan mijn authentieke zelf. Ik kan daar vooraf heel veel over nadenken, maar pas in de actie – dus in de relatie – kom ik er achter of ik ‘mezelf’ ben. En naar welke volgende beweging ik verlang.

In zingen is goed zichtbaar welke paradoxale wezens wij mensen zijn. Als je ooit een van onze workshops stembevrijding hebt meegemaakt dan weet je dat we daar graag improviseren. Omdat dat zo’n prachtige en ook eenvoudige, toegankelijke manier is om uit te vinden welke klank er nu op dit moment bij jou past. Twee eigenlijk heel menselijke én heel tegenstrijdige reacties komen we vaak tegen. De eerste wordt bondig samengevat door die verschrikkelijke uitdrukking: ‘doe maar gewoon dan doe je gek genoeg’. We willen normaal gevonden worden. Natuurlijk willen we dat, want we willen niet uit de boot vallen. Dat leidt er in zingen toe dat we ons gaan inhouden. We worden voorzichtig. Niet te hard, niet te lang, niet te hoog, niet te laag, niet te opvallend, niet te veel ruimte innemen. Natuurlijk doen we onszelf daarmee tekort, maar in ieder geval voorkomen we dat anderen zich aan ons gaan ergeren, althans dat hopen we dan maar. De vraag wat er eigenlijk ‘gewoon’ is, wat ‘normaal’ is blijft intussen buiten beeld en onbeantwoord.

Maar zoals gezegd er is ook een andere beweging. We willen ook weer niet saai gevonden worden. Dus wat verreweg de meeste mensen doen als ze gaan improviseren is: veel variatie aanbrengen in wat ze laten horen. Leuke melodietjes, grappige geluiden of teksten, een rijke afwisseling van hoog en laag. In ieder geval willen we vermijden dat we hetzelfde doen wat zojuist al door iemand anders is gedaan. We gaan wat extra ons best doen om ons ‘publiek’ geboeid te houden. Dat leidt tot druk, jezelf verliezen in de veelheid van mogelijkheden, jezelf kwijtraken in een zekere haast, onrust. En vroeger of later: uitputting.

Wat een fascinerende spagaat: we willen normaal zijn én we willen bijzonder zijn. In beide gevallen gaat het om aanpassingsgedrag. En op een wezenlijker laag: om verlangen. Een verlangen naar verbinding, deel uitmaken van een gemeenschap. Én een verlangen om ‘onszelf’ zijn. Maar wie is dat dan?

De uitweg uit die spagaat levert Coen Simon ons. In de actie, zegt hij, kunnen we ervaren wie we zijn en dus welk verlangen nú aan de beurt is. Is het nu tijd voor een moment van verbinding? Van opgaan in een groter geheel? Dan dien ik mijn sensitiviteit aan te wenden om te voelen waar ik mijn omgeving mee kan dienen. Is het nu tijd voor het in de wereld brengen van mijn unieke zijn, mijn eigenheid? Dan heb ik de moed nodig om een stapje naar voren te doen. Het goede nieuws is: zingen kan je op beide gebieden veel brengen.

Wil je verbinding? Dan is samenzang heerlijk (het ene lied is geschikter dan het andere, zoveel is de afgelopen dagen heel duidelijk geworden). Kom maar mantra’s zingen. Weinig tekst met als bijkomend voordeel: weinig taalfouten. Geef je over aan en voel je deel van een groter geheel. Ga op in dat wat groter is dan jij en ik alleen, in het mysterie, in de muziek. Lever daaraan naar hartenlust je bijdrage, maar zonder al te veel op te vallen, want dan maak je je eigenlijk weer los van dat geheel.

Is er dan iets op tegen om op te vallen? Nee, helemaal niet. We hebben dus ook tal van workshops waar jij juist in je eigenheid enorm aan bod kunt komen. Waar je prachtige stappen kunt zetten om nog meer de bijzondere mens te worden die jij in wezen ook bent. Een vorst op je eigen vierkante meter. En ja, die mens willen we graag horen, reken maar.

Ik gun iedereen beide ervaringen. Want de authentieke mens die jij bent heeft aan beide behoefte. Zonder voortdurend maar onszelf te moeten zijn kunnen we iedere keer weer onszelf worden. En al ‘wordend’, al zingend, kunnen we steeds weer herkennen: dit ben ik.

Jan Kortie