Deze column gaat over Ludwig van Beethoven. En over mijn zoon, Floris. En over de rol die Beethoven speelde in mijn leven en nu speelt in het leven van Floris. Je leest hier het verhaal van een blije vader.
Het zou kunnen dat je Floris kent, hij komt wekelijks op tv, in het programma van Paul Witteman over klassieke muziek. Ik krijg tegenwoordig dus nogal eens de vraag of hij familie van mij is. Als ik dan bevestigend antwoord is de volgende vraag vaak of ik vroeger ook zo’n bos krullen had. Nee, dus. Dat is al meteen een punt waar mijn zoon mij overtreft.
Alle Menschen werden Brüder!
Beethoven heeft mij als tiener al gefascineerd. Ik genoot van de hartstocht in zijn muziek, de grootsheid ervan. En meer dan welk ander stuk dan ook kwam zijn 9e symfonie bij mij binnen. Dat slotkoor! Ode an die Freude! Wat een hoop ging er van de tekst en van de muziek uit voor de onzekere en natuurlijk soms ook eenzame puber die ik was. En ik fantaseerde: wat moet het heerlijk zijn om dat stuk te dirigeren! Dat zag ik mezelf meer dan eens doen, in mijn dagdromen. Die speelden zich af in de schouwburg, waar in mijn fantasieën de dirigent steevast onwel werd vlak voordat het slotdeel begon; ik betrad dan vanaf de eerste rij bereidwillig het podium om het geheel in goeie banen te leiden.
Toen ik mijn studiekeuze moest maken heb ik wel even overwogen om naar het conservatorium te gaan, maar dat ook snel weer verworpen, ik was daar simpelweg niet getalenteerd genoeg voor. Ik ging economie studeren en werd leraar. Dat beviel me goed, maar ja, er bleef toch iets knagen. Ik was achter in de twintig toen in de therapiegroep, waaraan ik destijds deelnam, die dirigenten-fantasie weer naar boven kwam. En die groep stimuleerde mij om deze fantasie te vertrouwen, omdat ik enorm opleefde toen ik erover vertelde. Stel je voor dat ik ooit echt dat stuk zou kunnen dirigeren! Dat was het begin van wat nu een loopbaan als stembevrijder geworden is. En nee, ik ben geen orkestdirigent geworden, maar Beethovens invloed bleef de leidraad: zingen als een Ode aan de Vreugde en een unieke manier om anderen (en mezelf) steeds weer te brengen bij: wij worden broeders! Of eigenlijk: we zijn het al…
Het jaar 250 na B.
Het is komend jaar 250 jaar geleden dat Beethoven geboren is. Ofwel: we leven dan in het jaar 250 na Beethoven. Die laatste formulering is van Floris, niet van mij. Hij is ook een Beethoven-fan, en weet inmiddels veel meer over hem dan ik. Dat mag ook wel, want hij gaat met Beethoven het theater in. In januari gaat de voorstelling in première, in de Kleine Komedie, nota bene hetzelfde podium als waarop ik gestaan heb met mijn popkoren, zo’n beetje in het jaar 220 na Beethoven. En daarna toert Floris door het hele land, samen met de pianiste Vera Kooper, ik denk dat het een intrigerende en mooie voorstelling wordt. Je snapt vast dat ik trots ben en blij.
De Odyssee van Homerus was een van Beethovens favoriete boeken. Het zinnetje over vaders en zonen onderstreepte hij, vermoedelijk vanwege de getroebleerde relaties met z’n eigen vader en met z’n pleegzoon. Zou dat nou waar zijn, wat Homerus zegt? Dan hoort mijn zoon vast bij de enkelingen. Ik geniet ervan om te zien hoe Floris met zijn enthousiasme voor muziek zoveel mensen een groot plezier doet. En wat uit zijn liefhebbende hart komt zal nog veel meer liefhebbende mensen bereiken.
Vrijheid, vreugde en broederschap
En ondertussen beluister ik nog heel vaak die 9e van Beethoven, en de belofte over broederschap raakt mij nog altijd. De kans dat ik dat stuk ooit in het echt zal dirigeren is, nou ja, betrekkelijk gering. Maar dat is alleen maar de vorm; in de spirit is die jongensfantasie natuurlijk al vele malen uitgekomen. En dat onze opleiding Ode an die Freude heet zal je ook niet verbazen. Want dat is wat zingen doet: het brengt ons bij vreugde. Niet altijd meteen – nee, dat niet. Soms moet er wat bevrijd worden. Soms moet er zelfs veel bevrijd worden. Maar dat doen we graag.
Je bent van harte welkom. Ook bij Floris trouwens.
PS: nog twee tips
- Heb je de film Amazing Grace gezien? Over Aretha Franklin die een album opneemt met een prachtig zingend gospelkoor. Heerlijk.
- In datzelfde Podium Witteman waar ik hierboven over schreef zei deze week de zangpedagoge Margreet Honig mooie en ware dingen over loslaten, eigenheid, kwetsbaarheid. Herkenbaar voor iedereen die zingt, op welk niveau dan ook.