Een aantal jaren geleden werd ik door mijn collega Marjo Brenters attent gemaakt op een serie ‘Vastenreflecties’ van een man met een achternaam om jaloers op te zijn: Laurence Freeman. Een katholieke monnik die al jarenlang in de 40-dagentijd voor Pasen dagelijks (en ook in de adventstijd voor Kerstmis, maar dan wekelijks) een column schrijft die rondgestuurd wordt naar wie hem lezen wil. Hij is de spiritueel leider van de Wereldgemeenschap voor Christelijke Meditatie. In mijn eigen katholieke opvoeding heb ik nooit met meditatie kennis gemaakt, dat was een onbekend verschijnsel, geloof ik, of wellicht werd het vooral geassocieerd met Oosterse spiritualiteit. Freeman brengt het graag dichterbij. Zijn columns en inzichten zijn aanbevelenswaardige lectuur, ook voor wie niet christelijk is of niet van mediteren houdt.
In maart 2021 schrijft hij over stress en spanning. Dat is natuurlijk een thema dat vaak terugkomt in ons werk als stembevrijder, omdat het een grote rol speelt bij veel mensen die (willen) zingen. ‘Om te kunnen zingen moet je ontspannen zijn’ hoor ik vaak zeggen. Of: ‘ik word zo gespannen als ik ga zingen en dan lukt het niet meer’. Maar ja, denk ik dan, spanning is onvermijdelijk, het hoort erbij. Dus ja, wat nu? Freeman heeft daar heel verhelderende gedachten over. Niet zozeer over zingen, maar wel over spanning. Over hoe we last kunnen hebben van te veel, maar ook van te weinig spanning.
Allereerst over stress
Stress is: te veel spanning. Daarover en over werkzame en minder werkzame manieren om dan ontspanning te vinden zegt hij het volgende.
Stress is het gevolg van overmatige spanning, die soms kan leiden tot een zenuwinzinking. Onder dergelijke hoge druk proberen we begrijpelijkerwijs de spanning te doen afnemen. Sommigen proberen misschien meditatie en een gezonder leven; maar anderen flirten met alcohol, drugs, te veel eten of iets anders buitensporigs. Ontspanning is natuurlijk en noodzakelijk voor zowel de fysieke gezondheid als het mentale evenwicht. Het probleem begint wanneer de manieren om zichzelf te ontspannen onnatuurlijk en buitensporig worden.
...
Als we ons op een natuurlijke en gezonde manier ontspannen (…) zullen we de juiste mate van spanning vinden. Spanning is geen vijand maar een vriend. Een leven zonder spanning is onleefbaar: ofwel stort het in ofwel eindigt het.
Te veel spanning of te weinig is een probleem met ernstige gevolgen. Hoe weten we dan of we in de goede richting gaan? Omdat wij en anderen die we dienen zullen ervaren dat we meer aandacht schenken, naarmate we ons zelf meer geven aan mensen en taken. De perfecte graad van spanning is pure aandacht.
Een gouden zinnetje
Dit vind ik nu echt een gouden zinnetje. Het is de spijker op z’n kop, ik heb het nog nooit zo mooi verwoord gezien. Zenuwen voor een optreden, bijvoorbeeld, willen ons helpen. Dat heb ik al vaak gedacht. Ze helpen ons concentreren, focussen. Ze helpen ons er helemaal te zijn. Behalve als we zodanig schrikken van die zenuwen dat we in stress terecht komen. Maar zenuwen hebben een functie: ze richten onze aandacht. Dat woord aandacht zegt het heel precies. Als we echt in aandacht zijn dan kan ons hart zich openen. Daarover zegt hij:
De aandacht moet worden gericht en vervolgens zachtjes, gestaag worden vastgehouden. Ongeacht waar we onze aandacht (en zelf) aan geven, wordt het dan de blik van liefde of van contemplatie. (…) Als je aandacht schenkt aan iets goeds, kan dit worden gevoeld als een genoegen of als vervuld worden van energie. In het geval van iets ongewenst of vijandigs, wordt het gevoeld als vergeving of mededogen.
Omdat (…) aandacht liefde is, voelen we, wanneer we werkelijk aandacht geven (hoe onvolmaakt ook), wederkerigheid. De volmaakte mate van spanning is zuivere aandacht voor de ander (...). Als onze aandacht zich van onszelf afwendt en naar de ander gaat, gaat de uitwisseling van onszelf steeds dieper, van wederzijdsheid en wederkerigheid naar eenheid. Wanneer deze op onszelf blijft hangen, voelen we ons geïsoleerd en onbemind. De uitwisseling van wederkerige en wederkerende liefde is schepping. Het is geboorte en dood - en de verrijzenis die beide overstijgt. Het is stilte en de dans van Zijn-in-Liefde die we voor het gemak 'God' noemen.
Toegift
Nog wat andere uitspraken van Laurence Freeman, gedaan in andere columns:
De aandacht gericht houden op het Goede, ook al worden we gehavend door het Kwaad.
God is oneindige eenvoud.
Religies hebben een kern van mystiek bewustzijn waaruit ze voortkomen, maar vergeten dat ook snel, ten prooi vallend aan het collectieve egoïsme van macht en polarisatie. Bij het terugvinden van de transcendente kracht, in zichzelf, ontdekt elke religie dat die - verbazingwekkend genoeg - één is in dezelfde kracht als elke andere religie.
Elke vernieuwer of creatief persoon moet een op zichzelf staand persoon zijn.
Niets heeft ons meer te leren dan hints van onze eigen sterfelijkheid.
Verbinding: een vernauwing van opties die voorafgaat aan de verwijding van het hart.
Zo, genoeg om even op te kauwen, nietwaar? Als je meer over Freeman en zijn werk wil lezen, of je ook wil abonneren op zijn columns kijk dan hier.
Ollekebolleke 1Het ollekebolleke is een versvorm die werd bedacht door Drs. P, van wie ik een groot fan ben. Hij noemde de dichtvorm naar het gelijknamige kinderversje, vanwege het vrijwel identieke metrum ervan. Het schrijven van een ollekebolleke is een leuk (en verslavend) puzzeltje en als je eruit komt is je dag meteen geslaagd. Dit zijn de voorschriften: het gaat om acht regels, in dat vaste wals-achtige ritme, in twee blokjes van ieder 22 lettergrepen. De eerste twee regels van ieder blokje hebben zes lettergrepen, de andere regels zijn vrijer. De vierde en de achtste regel rijmen. De crux zit bij de zesde regel: die bestaat uit één woord. Van zes lettergrepen, met de hoofdklemtoon op de vierde. Bijkomende voorschriften (waar de doctorandus zich overigens zelf niet altijd aan hield): de eerste regel bevat een uitroep, de tweede regel introduceert het onderwerp (hier: de schrijver). Probeer maar eens uit en onthoud: het gaat niet om de prestatie maar om de pret.
‘Spanning is lastig, maar‘ –
Zo legt ons Freeman uit –
‘Net niet te weinig
Én net niet te veel
Werkt het bevrijdend en
Aandachtbevorderend’
Nou, dat beaam ik graag
In z’n geheel