Zoeken
Sluit dit zoekvak.

menu

Alan Watts – Weg van het denken
Oosterse kennis voor Westerse mensen

'Wat op een bepaald niveau disharmonie lijkt, is harmonie op een hoger niveau.'

Alan Watts (1915 – 1973) was filosoof. Hij was gefascineerd door het boeddhisme, hindoeïsme en taoïsme en vertaalde het Oosterse gedachtegoed graag naar het Westen. Dit boek is gebaseerd op een aantal van zijn lezingen. Hij pleit daarin o.m. voor het afhankelijk van elkaar durven zijn. Ook, of juist, in de liefde. ‘Je kunt je eigen lippen niet kussen.’

Ik ben filosoof. Als je niet met me redetwist, weet ik niet wat ik moet denken. Als we redetwisten moet ik dus ‘dank je’ zeggen, omdat ik dankzij je welwillendheid om een ander standpunt in te nemen begrijp wat ik zelf denk en bedoel. Ik kan me dus niet van je ontdoen. (P 26)
We zijn afhankelijk van elkaar. Als je twee stokken tegen elkaar zet, die blijven staan omdat ze elkaar ondersteunen, en je de ene stok wegneemt en de andere omvalt, zie je hoe ze van elkaar afhankelijk zijn. (P 28)
Wat op een bepaald niveau disharmonie lijkt, is harmonie op een hoger niveau. Alle onenigheid in je leven en in het leven van anderen – op een hoger niveau van het universum is dat allemaal gezond en harmonieus. (P 48)
Individuele bergen verheffen zich boven de aarde, maar alle bergen steunen op de aarde eronder. Zo zijn we allemaal verschillende dingen die uit de werkelijkheid oprijzen, maar eronder bevindt zich continuïteit, en dat negeren we – dat is waar we aan voorbijgaan. (P 63)
Dus nogmaals: bestaan is relatie. Als ik mijn vinger opsteek en niets hem aanraakt – noch de wind, noch iemand anders – zal hij niet langer weten dat hij er is. Daar zijn er twee voor nodig. En dualiteit is heimelijk eenheid. (P 67)

Nadat hij heeft uitgelegd dat onze aandacht selectief is schrijft hij het volgende:

Dit maakt dat we ons afgesneden en alleen voelen, omdat we de verbindingen te midden van en tussen alles negeren. En dat is het eerste geheim dat men ons niet heeft geleerd: vermoedelijk zijn afzonderlijke dingen in werkelijkheid op een fundamenteel niveau verbonden. (…) het tweede geheim: dingen die tegengesteld lijken, zijn inherent wederzijds afhankelijk en verbonden. (P 71)
Om blijdschap te verspreiden moet je blij zijn. Om verrukking te schenken moet je – min of meer - verrukkelijk zijn. Je doet dat niet door verrukkelijk te lijken, maar door dingen te doen en een leven te leiden die je verrukken. Interessante mensen zijn mensen die geïnteresseerd zijn.
Alles trilt. Alles is ritme. (P 82) 

Dat betekent dus ook, denk ik daarbij: alles is een golf. Alles heeft een top en een dal. Die horen bij elkaar. Het is niet de top die vreugde geeft, maar de trilling!

(Als je helder van geest wilt zijn…)

betekent dat dat je geest niet kleverig is. Je gaat gewoon mee met de stroom van het leven - je koestert geen grieven en blijft niet steken in het verleden. Het leven stroomt constant – dat is tao – en je zult met de stroom meegaan, of je wilt of niet. (P 124)
We zijn als mensen in een rivier, en we kunnen tegen de stroom inzwemmen als we willen, maar we zullen ons dan alleen maar uitputten, terwijl de stroom ons hoe dan ook meevoert. Wanneer we daarentegen met de stroom mee zwemmen, staat de volle kracht van de stroming aan onze kant. (P 126)

Ollekebolleke 1Het ollekebolleke is een versvorm die werd bedacht door Drs. P, van wie ik een groot fan ben. Hij noemde de dichtvorm naar het gelijknamige kinderversje, vanwege het vrijwel identieke metrum ervan. Het schrijven van een ollekebolleke is een leuk (en verslavend) puzzeltje en als je eruit komt is je dag meteen geslaagd. Dit zijn de voorschriften: het gaat om acht regels, in dat vaste wals-achtige ritme, in twee blokjes van ieder 22 lettergrepen. De eerste twee regels van ieder blokje hebben zes lettergrepen, de andere regels zijn vrijer. De vierde en de achtste regel rijmen. De crux zit bij de zesde regel: die bestaat uit één woord. Van zes lettergrepen, met de hoofdklemtoon op de vierde. Bijkomende voorschriften (waar de doctorandus zich overigens zelf niet altijd aan hield): de eerste regel bevat een uitroep, de tweede regel introduceert het onderwerp (hier: de schrijver). Probeer maar eens uit en onthoud: het gaat niet om de prestatie maar om de pret.

‘Wij zijn afhankelijk’
Tot ons spreekt Allan Watts:
‘Als je wilt kussen
Zoek andermans mond
 
Wees niet bevreesd voor een
Disharmoniemodel
Een niveau hoger
Is alles gezond!’