Merlijn Twaalfhoven – Het is aan ons
Waarom we de kunstenaar in onszelf nodig hebben om de wereld te redden

We leven in ongekende veiligheid. Wie komt er ooit nog een roofdier tegen?

De onverbeterlijke optimist Merlijn Twaalfhoven is een Nederlandse componist en dirigent. Dit boek getuigt van zijn heilige geloof in kunst en creativiteit (schoonheid, spel, verbeeldingskracht) als middelen om de wereld een betere plek te maken. Maar hij beschrijft ook waarom dat niet vanzelf gaat. Twaalfhoven is initiatiefnemer van The Turnclub, een interessant gezelschap waar maatschappelijke vraagstukken vanuit een kunstenaarsmindset worden benaderd. Hij schrijft daar wekelijks over in hun lezenswaardige nieuwsbrief, zie daarvoor hun site.

Zoals steeds in deze rubriek hieronder een paar citaten, zonder te pogen een goed totaalbeeld van het boek te schetsen.

Op het conservatorium ga je geloven dat alles draait om perfectie. (P 10) 

Vergelijkbare opmerkingen hoor ik met enige regelmaat van mensen die een conservatoriumopleiding hebben gehad. Dat betekent natuurlijk niet dat de schuld daarvoor bij die conservatoria ligt, die zijn immers gewoon een afspiegeling van deze wereld. Het betekent wel dat we in onze maatschappij dringend onze prioriteiten moeten herzien. Want wie denkt dat muziek om perfectie draait snapt niet dat de betekenis van muziek op een veel dieper (en hoger) niveau gezocht moet worden. En daar kom je juist alleen door jezelf en anderen de ervaring van kwetsbaarheid toe te staan.

De kunst is niet om te zien dat je van belang bent, maar om te zien waar je van belang bent. (P 21)
Deze wereld is eigenlijk helemaal geen goede ruimte voor de kunstenaarsmindset. De competitie, het streven naar succes en de kritische beoordeling die je krijgt van collega’s, pers, subsidiecommissies en kunstconsumenten bieden weinig plek voor kwetsbaarheid. Schaarste aan tijd, geld en ruimte verhindert traag, zoekend experiment. Kunst, de leerschool van het mogelijke, de academie van het niet-weten, wordt op een plek gezet waar geen faalruimte is. (P 80)
We leven in ongekende veiligheid. Wie komt er ooit nog een roofdier tegen? Toch gunt ons brein ons weinig tijd om te reflecteren, te dromen of te fantaseren. Er is een overdaad aan kunstmatige nood, druk om succesvol, geliefd, bewonderd of gewoon goed in ons werk te zijn. Er zijn altijd verplichtingen of uitdagingen die ons bezighouden. Zo staan we, alle welvaart ten spijt, nog vaak in een overlevingsstand. (P 107)
Voor een echte verandering is verbinding nodig. We kunnen pas beseffen hoeveel er op het spel staat bij klimaatverandering, sociale onrechtvaardigheid, ecocide, technologische versnelling en andere grote vraagstukken als we ervaren hoe alles verbonden is. (P 113)
Het draait uiteindelijk allemaal om het creëren van ruimte. (P 113)

Hier lijkt wel een stembevrijder aan het woord….

We zullen een omgeving van verstilling en kalmte nodig hebben waar vertrouwen kan ontstaan, een gevoelsfundament waarop ons denken kan rusten. Hoe leggen we zo’n basis neer?
Ten eerste door te ervaren dat je niet alleen bent. (…)
Ten tweede door je te laten raken. Als je open kunt zijn voor de rijkdom van de wereld, als je schoonheid toelaat, ontstaat er een verbintenis met dat wat moeilijk in woorden uit te drukken is: waarde.
Ten derde: door te spelen. (P 131)

Ook hier zou een stembevrijder aan het woord kunnen zijn. In stembevrijdingsactiviteiten komen de elementen die Twaalfhoven hier beschrijft keer op keer terug. Je stem in vrijheid laten horen vergt zo’n omgeving, waarin je jezelf welkom voelt en dus durft te openen.

(Iets verderop haalt hij een onderzoek aan...) dat concludeerde dat het 4,2 keer waarschijnlijker is dat je sterft in een vuurgevecht als je zelf een wapen draagt dan als je ongewapend bent. Als je jezelf beschermt loop je meer gevaar. Je kracht is je zwakte. En als je een muur bouwt kun je niet meer zien of controleren wat zich aan de andere kant afspeelt.
Ver achter de horizon voelt het onbekende gevaarlijker dan als het voor je staat. Het is de kunst om je, in tijden van verandering en onbestemde dreiging, niet verder in te graven op zoek naar veiligheid, maar juist openingen te vinden en het onbekende met onzekerheidsvaardigheid en open vizier tegemoet te treden. (P 135)

Dat woord ‘onzekerheidsvaardigheid’ komt in het boek steeds weer terug. Interessante manier om te kijken naar onzekerheid: we moeten er vaardiger in worden om het toe te staan, in plaats van te denken dat we pas goed tot handelen (of zingen) in staat zijn als we voldoende zeker van onze zaak zijn.

Als je iets nieuws wilt bouwen, moet je eerst graven. (P 170) 

Zoals het bij een bouwwerk nodig is om eerst een fundament te leggen, zo is dat ook bij musiceren belangrijk: je moet graven, je moet de diepte in. Je moet eerst inademen, naar binnen gaan, voor je naar buiten kunt komen met je stem. Dat is ook: je moet eerst voelen wat er in je leeft, en soms echt je eigen duisternis toestaan om dan weer met iets nieuws (dat is: levends) tevoorschijn te komen.

Ollekebolleke 1Het ollekebolleke is een versvorm die werd bedacht door Drs. P, van wie ik een groot fan ben. Hij noemde de dichtvorm naar het gelijknamige kinderversje, vanwege het vrijwel identieke metrum ervan. Het schrijven van een ollekebolleke is een leuk (en verslavend) puzzeltje en als je eruit komt is je dag meteen geslaagd. Dit zijn de voorschriften: het gaat om acht regels, in dat vaste wals-achtige ritme, in twee blokjes van ieder 22 lettergrepen. De eerste twee regels van ieder blokje hebben zes lettergrepen, de andere regels zijn vrijer. De vierde en de achtste regel rijmen. De crux zit bij de zesde regel: die bestaat uit één woord. Van zes lettergrepen, met de hoofdklemtoon op de vierde. Bijkomende voorschriften (waar de doctorandus zich overigens zelf niet altijd aan hield): de eerste regel bevat een uitroep, de tweede regel introduceert het onderwerp (hier: de schrijver). Probeer maar eens uit en onthoud: het gaat niet om de prestatie maar om de pret.

‘Kom, red de wereld nou’
Vraagt Merlijn Twaalfhoven:
‘Het is aan ons
Dus doe mij nou een gunst:
 
Oefen gestaag je on-
Zekerheidsvaardigheid
Leve het Spel, de Verbeelding,
De Kunst!’