Search
Close this search box.

menu

Stephen Porges – De polyvagaaltheorie en de transformerende ervaring van veiligheid
Over traumabehandeling, sociale betrokkenheid en gehechtheid

'Vergeet niet dat de westerse maatschappij er niet op ingericht is om persoonlijke veiligheid te bevorderen. Het is een maatschappij die onomwonden de boodschap afgeeft dat we hard moeten werken, veel succes moeten hebben, veel bezittingen moeten vergaren, en dat we daarbij kwetsbaar zijn.'

Voor iedereen die zich graag verdiept in wat zingen zoal doet met een mens is de polyvagaaltheorie interessant. Er is inmiddels al veel over geschreven, in diverse boeken en op internet vind je er van alles over. Ik zal niet trachten een korte samenvatting ervan te geven, maar laat de grondlegger Stephen Porges, hoogleraar psychiatrie en neurowetenschapper, hieronder graag aan het woord in een aantal kenmerkende en vaak prikkelende uitspraken. Zijn theorie, zoals hij die in dit boek beschrijft, onderbouwt en verklaart eigenlijk op allerlei punten dat wat wij, vaak meer intuïtief, in stembevrijdingsactiviteiten doen. En hij onderstreept nog maar eens hoe weldadig en zelfs belangrijk het kan zijn om te zingen.

(Je treft in deze rubriek ‘Mooi gezegd’ nog een tweede boek over deze theorie aan, geschreven door zijn collega Deb Dana. Dat boek gaat meer over de praktijk van het werken met dit gedachtengoed.)

Als we inzien dat de ervaringen binnen onze maatschappelijke instellingen, zoals scholen, ziekenhuizen en kerken, worden gekenmerkt door voortdurende evaluaties die een gevoel van gevaar en dreiging triggeren, kunnen we erkennen dat deze instellingen mogelijk net zo schadelijk zijn als politieke onrust, een financiële crisis of oorlog. (P 32)

Voor mensen is veiligheid essentieel om hun potentieel op allerlei terreinen te optimaliseren. Een veilige toestand is niet alleen een voorwaarde voor sociaal gedrag, maar ook voor toegang tot de hogere hersenstructuren die creativiteit en productiviteit mogelijk maken. (P 35)

Binnen de geestelijke gezondheidszorg blijkt een diagnose een grotere impact te hebben op de inkomsten van clinici dan op het begrip van de onderliggende mechanismen van de stoornis, wat tot een betere behandeling zou kunnen leiden. Over het algemeen worden diagnostische ‘etiketten’ gebruikt om aan de factuureisen van de zorgverzekeraars te voldoen, maar verder heeft het toekennen van psychiatrische labels nog maar weinig bijgedragen aan het begrip van onderliggende neurofysiologische mechanismen. (P 63)

Op pag. 108 beschrijft Porges de voordelen van zingen. De langzame uitademing reguleert het hartritme. Het luisteren dat voor zingen nodig is versterkt de middenoorspieren, je gebruikt de expressie van je gezicht. En in een groep bevordert het de sociale betrokkenheid.

Het werk van Porges maakt ons bewust van hoe cruciaal veiligheid is voor ons welbevinden en onze ontwikkeling. Zo schrijft hij: Als ons zenuwstelsel veiligheid detecteert, is het niet meer defensief. En zodra het niet meer defensief is kan het autonome zenuwstelsel bijdragen aan gezondheid, groei en herstel. Als we ons veilig voelen kunnen er wonderbaarlijke dingen gebeuren op meerdere niveaus. Niet alleen op het gebied van sociale relaties, maar ook vanwege de toegankelijkheid op bepaalde hersengebieden, namelijk gebieden om plezier te ervaren – om openhartig te zijn, om creatief te zijn, om heel positief in het leven te staan. (P 133)

Als we ervoor kiezen een operatie te ondergaan of een andere medische ingreep, vergeten we weleens dat we geen machine zijn zoals een auto, en dat de mensen die de behandeling uitvoeren geen automonteur zijn. We zijn geen auto waaraan iets vervangen of gerepareerd moet worden. (…) We zijn geen machine – we zijn een dynamisch interacterend, levend, biologisch systeem. Als we iets aanraken, raken we alles binnen in ons en we raken ook de mensen met wie we interacties aangaan. Artsen moeten meer verbonden raken met de mensen die ze behandelen. (P 177)

Het gevoel van veiligheid is de behandeling. (P 182)

Op pag 187 gaat het over het belang van de ademhaling. Hoe lange uitademing zorgt voor kalmte en een patroon van korte uitademingen juist voor grotere angst zorgt.

We hebben sociale betrokkenheid nodig om gezond te zijn. (P 191)

Verderop beschrijft hij hoe getraumatiseerde mensen moeten gaan begrijpen dat hun spontane fysieke reactie (vechten/vluchten/bevriezen) hun gered heeft, maar dat ze er daarna weer uit moeten zien te bewegen: Hoewel hun reactie op de levensbedreiging hen in een toestand had gebracht waarin ze konden overleven, zorgde die ook voor een probleem: de toestand die hun redding was geweest, is ook een toestand waar ze niet gemakkelijk uit konden raken. Zodra ze in die toestand van verlaagd bewustzijn terecht zijn gekomen, is het lastig om terug te schakelen naar de flexibiliteit waarmee de gedragstoestand kan veranderen en die kenmerkend is voor veerkracht. Zulke beperkingen worden duidelijk zodra getraumatiseerde mensen worden geconfronteerd met de noodzaak om met anderen om te gaan. Op dat moment ervaren ze een onvermogen om sociale interacties aan te gaan, terwijl ze voorafgaand aan het trauma geen moeite hadden met troostrijke sociale interacties. Zodra we begrijpen dat de toestand die ons gered heeft dezelfde toestand is die ons nu belemmert in ons vermogen om sociaal te zijn en ons goed te voelen, kunnen we trots zijn op de succesvolle manier waarop ons lichaam de levensbedreigende situatie heeft aangepakt. (P 197)

Vergeet niet dat de westerse maatschappij er niet op ingericht is om persoonlijke veiligheid te bevorderen. Het is een maatschappij die onomwonden de boodschap afgeeft dat we hard moeten werken, veel succes moeten hebben, veel bezittingen moeten vergaren, en dat we daarbij kwetsbaar zijn. Die maatschappij vertelt ons dus eigenlijk dat onze omgeving gevaarlijk is en dat het gevaarlijke tijden zijn. Ik vraag me altijd af hoe de mensheid ervoor zou staan als we meer respect zouden hebben voor de menselijke behoefte aan veiligheid. (P 233)