Zoeken
Sluit dit zoekvak.

David Byrne – Hoe muziek werkt
Een lijvig boek over zowat alles wat met muziek te maken heeft

Muziek bestaat alleen op het moment dat ze wordt ervaren. Het is niet tastbaar: ineens is het er en ineens is het ook weer weg. Toch is muziek belangrijk. Het kan onze gemoedstoestand veranderen en zelfs onze kijk op de wereld.

David Byrne is vooral bekend als het boegbeeld van The Talking Heads. Deze muzikant in hart en nieren schrijft over allerlei aspecten van muziek, variërend van opnametechniek, geld, creativiteit tot de spirituele kant ervan. Met als kern: Wij maken geen muziek – zij maakt ons. Hij beschrijft zijn leven in de muziekwereld, legt uit hoe en waarom muziek werkt, en brengt een ode aan de muziek. Omdat het boek zo veel uiteenlopende onderwerpen bevat en ik er maar een paar uitspraken uitpik zul je wellicht tevergeefs zoeken naar enig verband tussen de onderstaande citaten.

Een apart hoofdstuk is gewijd aan zijn liefde voor samenwerken, hoe lastig dat soms ook is.

Ik riskeer graag een ramp, omdat de creatieve beloning van een succesvolle samenwerking geweldig is. Ik doe het al m'n hele leven.' (P 182)

Op P 302 e.v. haalt hij de Britse auteur (en tv-regisseur) Roger Graef aan, die over de effectiviteit van kunstprogramma’s in Britse gevangenissen heeft geschreven, en daar tot de overtuiging is gekomen dat geweld net als kunst een vorm van expressie is.

Daarom zijn gevangenissen de ideale plaats voor de creatie en expressie van kunst, zegt hij. Kunst kan voor gevangenen een onschuldige uitlaatklep voor hun gewelddadige gevoelens zijn en verbetert zelfs hun leven. 'Het maken van kunst,' schrijft Graef, 'kan de cirkel van geweld en angst doorbreken.’ 
De remedie voor geweld is volgens hem een middel dat de gevoelens van onmacht overwint. (... ) Muziek maken kan werken als een tegengif voor die gevoelens, waarvan de culturele en muziekcentra in de Braziliaanse favela's getuigen. (Daarbij gaat het niet om de kwaliteit van het wat er aan muziek uitkomt, maar om het proces van het (samen) muziek maken.) 

Hij citeert daarna de onderwijsadviseur Ken Robinson:

'Ik heb talloze briljante mensen ontmoet, in alle disciplines, die niet goed meekwamen op school. deden dat natuurlijk wel, maar anderen slaagden pas echt nadat ze van hun opleiding waren hersteld, en ontdekten daarbij al doende hun talenten. Dat komt voornamelijk doordat de huidige onderwijssystemen nooit ten doel hadden ieders talenten te ontwikkelen. Ze waren bedoeld om bepaalde vaardigheden te ontwikkelen die nuttig waren voor de industriële economieën die ze bedienden'

En iets verderop haalt hij R. Murray Schafer, een componist en muziekleraar aan:

'Voor een kind van vijf is het leven kunst en kunst leven. Waarneming is een caleidoscopische en synesthetische ervaring, maar zodra het kind naar school gaat worden die gescheiden: kunst wordt kunst en leven wordt leven.
Van Marshall McLuhan is de beroemde stelling dat we na de Verlichting en de wetenschappelijke revolutie van een akoestische naar een visuele cultuur zijn opgeschoven. Hij zei dat de wereld in een akoestische cultuur net zoals geluid overal om je heen is en van alle kanten op je afkomt. Hij is gelaagd en niet hiërarchisch; hij heeft geen centrum of brandpunt. Visuele cultuur heeft perspectief: een verdwijnpunt, een richting. In een visuele cultuur is een beeld op een zeer specifieke, vaste plaats: voor je neus. Het is niet overal tegelijk.
McLuhan stelt dat ons visuele zintuig steeds heftiger werd gebombardeerd met dingen die we produceerden. Het werd belangrijker dan ons gehoor, en als gevolg daarvan veranderde ons denken en onze kijk op de wereld, zegt hij. In een akoestisch universum voel je essentie, terwijl je in een visueel universum categorieën en hiërarchieën ziet. Hij stelt dat je in een visueel universum op een lineaire manier gaat denken; het ene ding volgt op het andere op een tijdlijn, in plaats van dat alles nú bestaat, overal, in dit moment. (P 328)

Ollekebolleke 1Het ollekebolleke is een versvorm die werd bedacht door Drs. P, van wie ik een groot fan ben. Hij noemde de dichtvorm naar het gelijknamige kinderversje, vanwege het vrijwel identieke metrum ervan. Het schrijven van een ollekebolleke is een leuk (en verslavend) puzzeltje en als je eruit komt is je dag meteen geslaagd. Dit zijn de voorschriften: het gaat om acht regels, in dat vaste wals-achtige ritme, in twee blokjes van ieder 22 lettergrepen. De eerste twee regels van ieder blokje hebben zes lettergrepen, de andere regels zijn vrijer. De vierde en de achtste regel rijmen. De crux zit bij de zesde regel: die bestaat uit één woord. Van zes lettergrepen, met de hoofdklemtoon op de vierde. Bijkomende voorschriften (waar de doctorandus zich overigens zelf niet altijd aan hield): de eerste regel bevat een uitroep, de tweede regel introduceert het onderwerp (hier: de schrijver). Probeer maar eens uit en onthoud: het gaat niet om de prestatie maar om de pret.

‘Er is een tegengif’
Weet David Byrne heel goed
‘Tegen de onmacht
En tegen geweld

Maak maar muziek, dat is
Onschulduitnodigend
Ook als het leven
Je vaak heeft gekweld‘