‘Schoonheid zal de wereld redden’, schreef Dostojewski. En de Duitse theoloog en schrijver Anselm Grün plaatst dit citaat pontificaal midden op de achterflap van zijn boek, als de kortste samenvatting ervan. En in de ondertitel van het boek gaat het ook nog over levensvreugde, nou, dan zitten we meteen op het goede spoor, wat mij betreft, want dit thema gaat mij echt aan m’n hart. We leven in een wereld waarin onbeschrijflijke schoonheid en monstrueuze lelijkheid naast elkaar bestaan. Maar schoonheid zal het laatste woord hebben, daarvan ben ik overtuigd. Schoonheid brengt ons bij verwondering en verrukking, bij diepte en bij de gratie en orde van de natuur en van onze eigen natuurlijkheid. Schoonheid bevrijdt ons.
Dus ik deel graag een aantal fragmenten uit dit boek (dat ik overigens in het Duits las toen het nog niet in het Nederlands was verschenen, dus de paginanummering komt niet overeen en ook mijn vertaling zal wat afwijken).
Het mooie maakt het ideale zichtbaar. In het mooie licht voor de mensen de ware ordening van de wereld op, de ideale wereld, zoals de goden hem geschapen hebben. (P 30)
In de natuur voel ik me geborgen, omdat ze nergens waarde aan toekent. (P69)
Schoonheid schenkt ons innerlijke rust. In het mooie kunnen we uitrusten. We kijken naar het mooie en vergeten alle innerlijke onrust. (P 74)
De middeleeuwse theologen en mystici geloven dat in de grote symfonie van de kosmische harmonie ook monsters een bijdrage leveren aan de schoonheid van het geheel. (P 99)
Dit is een interessante wending, nietwaar? Precies dit thema komen we in stembevrijding veel tegen. Ik zal er hieronder wat meer over zeggen, maar laat graag eerst Grün verder aan het woord.
In de middeleeuwen heeft men dus een heel realistisch zicht op schoonheid. Schoonheid is niet een uitsnede uit de wereld. In haar heeft veeleer de hele wereld een plek, ook het lelijke en het slechte. (P 100)
Op pagina 148 haalt hij de Ierse theoloog en schrijver John O’Donohue aan, die ook veel over dit onderwerp heeft nagedacht en geschreven (meer over hem tref je hier aan). Zo heeft hij het over schoonheid die ‘ons bezoekt’ en zegt dan:
‘Het is alsof we in ballingschap zijn en ons geboorteland komt een poosje op bezoek’
En:
‘… dat schoonheid het thuisland is van het hart. Als ik in schoonheid kan vertoeven is het hart thuis.'
O’Donohue citeert op zijn beurt Thomas van Aquino die zegt:
‘…dat schoonheid in de kern van de werkelijkheid rust.'
Verderop haalt Grün de Franse toneelschrijver Jean Anouilh aan:
'Schoonheid is een van de zeldzame wonderen die onze twijfel aan God laat verstommen.' (P 154)
Op pagina 158 gaat het over genieten. Grün benadrukt daar dat daarvoor grenzen en discipline nodig zijn.
Alleen degene die ergens vanaf kan zien, kan genieten. Het vermogen om te genieten is ervan afhankelijk dat ik een grens stel, dat ik niet mateloos iets in mij opneem, maar blijf bij deze ene blik, deze ene slok wijn, deze toon die nu tot mij doordringt.
Al het bovenstaande sluit nauw aan bij hoe we in de stembevrijdingspraktijk te werk gaan. We richten ons daar niet allereerst op schoonheid. Sterker nog, vaak moeten we mensen eerst helpen om los te laten dat ze mooi moeten zingen. Stembevrijding is in eerste instantie uit op vrijheid. We willen degene die zingt brengen bij zijn of haar eigenheid, die ook natuurlijkheid is. En dan, als vanzelf, komt er vroeger of later waarachtige schoonheid naar buiten. Maar soms, nee: vaak, moeten er dan eerst monsters aangekeken worden. Die lelijk kunnen zijn. Dat proces kan frustrerend en moeizaam zijn, maar het draagt altijd ook de mogelijkheid in zich van transformatie, er kan iets bevrijd worden, er kan iets vrijkomen dat zich onder een kramp schuil heeft moeten houden. In dat proces is eenvoud een groot hulpmiddel: in ‘deze ene toon die nu tot mij doordringt’ valt een wereld van schoonheid te genieten.
Ollekebolleke 1Het ollekebolleke is een versvorm die werd bedacht door Drs. P, van wie ik een groot fan ben. Hij noemde de dichtvorm naar het gelijknamige kinderversje, vanwege het vrijwel identieke metrum ervan. Het schrijven van een ollekebolleke is een leuk (en verslavend) puzzeltje en als je eruit komt is je dag meteen geslaagd. Dit zijn de voorschriften: het gaat om acht regels, in dat vaste wals-achtige ritme, in twee blokjes van ieder 22 lettergrepen. De eerste twee regels van ieder blokje hebben zes lettergrepen, de andere regels zijn vrijer. De vierde en de achtste regel rijmen. De crux zit bij de zesde regel: die bestaat uit één woord. Van zes lettergrepen, met de hoofdklemtoon op de vierde. Bijkomende voorschriften (waar de doctorandus zich overigens zelf niet altijd aan hield): de eerste regel bevat een uitroep, de tweede regel introduceert het onderwerp (hier: de schrijver). Probeer maar eens uit en onthoud: het gaat niet om de prestatie maar om de pret.
Schoonheid gaat redder zijn!
Hoopvol brengt Grün dit nieuws
En, lieve lezer,
Ik hoop het met hem
Schoonheid heeft immers dat
Vreugdeverlenende
Dat ons doet jubelen:
Leve de stem!