Search
Close this search box.

menu

Deb Dana – De Polyvagaaltheorie in therapie
Over één zenuw die cruciaal is voor ontspanning, welbevinden en herstel. En over zingen.

'Wederkerigheid is de ervaring van luisteren met en reageren vanuit je hart. Ervaringen van wederkerigheid versterken ons.'

De door Stephen Porges ontwikkelde polyvagaaltheorie (zie ook de bespreking in deze rubriek ‘Mooi gezegd’ van zijn boek daarover) geeft inzicht in de werking van het autonome zenuwstelsel. Voor ontspanning, welbevinden en herstel is er één specifieke zenuw die van cruciaal belang is: de nervus vagus. Deze zenuw, die in verbinding staat met onze organen, heeft echter twee gezichten: hij kan voor een ervaring van vreugde, passie, rust en veiligheid zorgen, maar ons ook in een overlevingstoestand brengen, waarin we ons afsluiten en gevoelloos worden. Deb Dana heeft veel gepubliceerd over hoe deze theorie in praktijk kan worden gebracht, m.n. in therapiesettings. Veel van wat ze schrijft is ook bij stembevrijding heel toepasbaar en inspirerend. En op diverse plaatsen schrijft ze ook over zingen.

De taak van het autonome zenuwstelsel is om ervoor te zorgen dat we overleven op momenten van gevaar en opbloeien in tijden van veiligheid. (P 39)

Al voordat het brein een ervaring begrijpt en er betekenis aan verleent, heeft het autonome zenuwstelsel (…) een inschatting van de situatie gemaakt en een respons in gang gezet. (P 58)

Wederkerigheid is de ervaring van luisteren met en reageren vanuit je hart. Ervaringen van wederkerigheid versterken ons. (P 700

Een relatie met een continu gebrek aan wederkerigheid geeft je het gevoel dat je wordt ‘leeggezogen’. (P 71)

Verbroken sociale banden en sociale buitensluiting activeren dezelfde pijnbanen als een fysieke verwonding. (P 72)

De polyvagaaltheorie is van groot belang bij de behandeling van trauma. Maar je hoeft niet heel getraumatiseerd te zijn om dezelfde processen in jezelf te herkennen, zij het wellicht op een subtielere (en daardoor soms ook wat lastiger te herkennen) manier. Trauma, zo beschrijft Dana beïnvloedt ons (autonome) zenuwstelsel: (…) doordat het een patroon van chronisch actieve verdedigingssystemen in gang zet. Doordat iemand voortdurend in een staat van angst en verdriet verkeert, raakt zijn of haar vermogen om hechte relaties op te bouwen en te onderhouden aangetast, wat vaak tot een gebrek aan sociale steun leidt. Het ontbreken van die sociale steun zorgt ervoor dat het autonome zenuwstelsel gevaar denkt waar te nemen en nog meer gericht raakt op bescherming in plaats van verbinding. Deze feedbacklus is verantwoordelijk voor de ingesleten responspatronen die we zo vaak zijn bij cliënten. (P 73)

Aangezien het brein de aangeboren neiging bezit om zich eerder op negativiteit dan op positiviteit te richten, is het van groot belang om ook aandacht te schenken aan de micromomenten van veilige verbondenheid. (P 78)

Als we ons eenzaam voelen, voelen we ons ook onveilig. (P 99)

Muziek moduleert en activeert het autonome zenuwstelsel. (P 115)

Zowel tijdens het luisteren naar als tijdens het maken van muziek zijn de spieren van het sociale-betrokkenheidssysteem (gezicht, hoofd, middenoor) actief. (P 116)

Muziek is bedoeld om samen met anderen te worden gedeeld en ervaren. Een van de theorieën over de functie van muziek is dat samen naar muziek luisteren die hardop wordt afgespeeld het evolutionaire doel dient om mensen bij elkaar te houden – voor elkaar te zorgen en om elkaar te geven. Samen muziek luisteren is een verstrekkende ervaring. Levitin beschrijft dat het leidt tot meer empathie, een groter onderling vertrouwen en sterkere sociale banden. (P 117)

Onderzoek wijst uit dat chanten leidt tot vermindering van angst en depressie, de afgifte van stresshormonen tegengaat en het functioneren van het immuunsysteem verbetert. (P 190)

Op pag. 201 haalt ze onderzoek van John Riskind aan: Mensen die in elkaar gezakt zitten herinneren zich meer negatieve gebeurtenissen, terwijl mensen die rechtop zitten zich eerder positieve gebeurtenissen herinneren.