Search
Close this search box.

menu

Zingen, ook voor Niets

Niets is genoeg

Vorige week had ik een dagje niets.
Ik ben naar de sauna gegaan met in m’n tas een stapeltje nog ongelezen kranten en tijdschriften. Bladerend in een kunstbijlage van de Volkskrant kwam ik een foto tegen waarop de kunstenaar Martijn Engelbregt een poster ophangt aan de muur van het net heropende Stedelijk Museum met daarop niet meer dan de boven deze nieuwsbrief staande tekst.
Intrigerend zinnetje. Drie woorden, die je op twee manieren kunt lezen.

Verderop in diezelfde bijlage stond de dagelijkse strip van de psychiater Sigmund. Zijn werkwijze en kijk op mensen strookt weliswaar niet altijd helemaal met de mijne, maar ik houd wel van z’n gevoel voor humor. En in dit geval verwoordde hij in kort bestek het hele mysterie van het universum.

De combinatie van deze postertekst en deze strip in één krant deed mij glimlachen.
Niets is genoeg. Niets is ook iets. Niets kan iets groots worden, althans: als God dat wil.
Ik wist meteen dat deze nieuwsbrief daarover moest gaan. Want dit is iedere keer weer een centraal thema in het stembevrijdingswerk. Ben ik genoeg? Is mijn zingen goed genoeg? Schiet mijn muzikaliteit niet tekort? Kan ik de vergelijking met anderen doorstaan? Kan ik de verwachtingen van anderen inlossen? Iedereen heeft zo zijn eigen varianten hierin, maar het onderliggende gevoel kennen we allemaal. En iedere keer als ik denk dat ik het nu onderhand toch wel weet en wellicht zelfs overstegen heb kom ik het weer tegen, ik schrik nog wel eens van hoe diep het in mij blijkt te zitten. En ik zie het steeds weer om me heen. Dat is ook een paradoxaal gegeven: het niet genoeg zijn is een eenzame ervaring. En te zien dat we het allemaal hebben maakt het tegelijk beter te dragen.

Het diepe gevoel van niet-genoeg leidt in onze cultuur tot massale overconsumptie en uitputting. Niets is ooit genoeg, we willen meer. In een bij voorbaat heilloze poging om ons tekort op te vullen of niet te hoeven voelen. Produceren, consumeren, doorgroeien. Voor economen is het een schrikbeeld dat de economie krimpt. Als het zo doorgaat, las ik onlangs, zijn we binnenkort terug op het niveau van 2006. Nou gaat mijn geheugen mogelijk wat achteruit, maar ikzelf herinner me dat niet als een jaar van bittere armoede. Jij? Toegegeven: ik had toen nog geen iPhone, maar diep leed ik daar niet onder. Ik heb er trouwens nog steeds geen, ik gebruik nog altijd die telefoon uit 2006, wat wel eens tot meewarige blikken leidt.

De enige remedie die ik ken tegen de pijn van het niet-genoeg-zijn is het iedere keer weer aanvaarden ervan, het niet wegstoppen, het onder ogen zien. En dan zijn er momenten dat ik ineens weet: niets is écht genoeg! Het is genoeg! Wat ik niet heb, heb ik kennelijk nu niet nodig. Wat ik niet weet hoef ik niet te weten. Wat ik niet kan hoef ik niet te kunnen. In het dagelijkse leven is het lang niet makkelijk om dat te geloven. Maar bij zingen weet ik het inmiddels zeker, en dat helpt me. Niets is een geweldig startpunt om te zingen. Niet hoeven weten wat er nu uit gaat komen. Durven inademen, ruim inademen en vanuit die stilte mijn muziek laten komen.

Op die momenten snap ik God misschien zelfs wel: schepping vindt plaats vanuit niets, ook in mij, ook in jou. We zijn scheppende wezens. Vanuit niets. Niemand heeft eerst een opleiding, cursus, methode, techniek of wat dan ook nodig om te kunnen scheppen. God is vast niet eerst naar school gegaan. God had niets. God ís trouwens ook niets. God is niet eens dood, zoals Nietzsche stelde. God is niets. En de paradox is: dat niets is niet leeg. Het is vervuld van de trilling van alles wat er mogelijk is. En die trilling is muziek. God is muziek. En jij ook. Weet ik dat allemaal zeker? Nee, natuurlijk niet. We hebben het hier over een onbevattelijk mysterie. En toch twijfel ik er in wezen niet aan. Terwijl ik toch over van alles enorm kan twijfelen.

Ook fijn voor de schrijver van deze nieuwsbrief: “Niets is genoeg” is een prachtig mooi en ritmisch volmaakt eindzinnetje voor een ollekebolleke. Dus scroll langzaam naar beneden (neem gerust alle tijd om onze scheppings-activiteiten op je te laten inwerken…), dan tref je het als altijd onderaan aan. Hij leest dit keer een beetje vreemd, maar dat komt omdat er een filosoof in verstopt zit.

Vrijdag gaan we weer mantra’s zingen in Het Lied van de Ziel. Niet omdat God daar op zit te wachten. Misschien alleen wel omdat het zo vreugdevol is om één te worden met de muziek, met elkaar, met Niets, wie weet met God. Dat is genoeg, toch?

Jan Kortie