Zou het echt zo eenvoudig zijn als Harold Thurman Whitman ons in het citaat hierboven wil doen geloven? Ja, ik denk het wel. Zo eenvoudig is het. Niet dat het makkelijk is, nee, dat is het lang niet altijd. Maar wel eenvoudig.
Als ik terugkijk op de bijna veertig jaar dat ik nu als stembevrijder werk (al kende ik zelf het merendeel van die jaren dat woord nog niet) dan is een van mijn meest opvallende ervaringen dat m’n werk steeds eenvoudiger wordt. Het gaat eigenlijk steeds om één ding: leven, voluit leven. En dat uit zich dan steevast ook in zingen, voluit zingen. Het goede nieuws is: het leven is nooit ver weg, het is altijd te vinden in wat er nu gebeurt, in wat er nu voelbaar is – en daar zit ook altijd de ingang naar onze muziek.
Het afgelopen weekend sloten we met de deelnemers het eerste jaar af van onze Opleiding tot Stembevrijder. Het was een intens maar ook feestelijk en vreugdevol gebeuren. Een van de kenmerken van de opleiding is dat het een doorlopend onderzoek is. Naar ons mens-zijn, naar muziek, naar zachtheid en gevoeligheid, naar kracht en stevigheid, naar ruimte en vrijheid. We leren, we lachen, we huilen en we verwonderen ons: wat is het mens-zijn toch een wonderbaarlijk gegeven, en wat zijn we eigenlijk allemaal vreemde, mysterieuze wezens.
Omdat het mysterie van het leven zich maar beperkt in woorden laat vangen gebruik ik in de opleiding ook graag beelden. Bijvoorbeeld: wij zijn allemaal een unieke noot en de grote kosmische symfonie. We hoeven niet die hele symfonie te begrijpen om voluit onze eigen noot te laten klinken. Maar we bespraken ook het volgende beeld: we zijn in het grote kosmische instrument allemaal een unieke snaar, gespannen tussen hemel en aarde.
Een nieuwe snaartheorie
Heb je ooit het binnenwerk van een piano gezien? Dat is een soort schaalmodel van dat grote kosmische instrument. Allemaal snaren die een eigen geluid voortbrengen als ze in trilling worden gebracht. Waarbij de piano alleen bruikbaar is als die geluiden ook echt van elkaar verschillen, anders kun je er als pianist niks mee. De piano is dus gebaat bij diversiteit. Dat lijkt een kosmische wet te zijn: diversiteit is een vereiste voor een systeem om goed te functioneren. Wij mensen wijken dus per definitie af van elkaar – dat is nodig én dat is lastig. Lastig omdat we dus noodzakelijkerwijze ook eenzaam zijn in onze uniekheid als snaar en omdat we daarmee voor anderen (en anderen voor ons) nooit helemaal begrijpelijk zijn.
Een snaar brengt muziek voort als hij in trilling wordt gebracht, gaat bewegen. In een piano gebeurt dat doordat er hamertjes tegen de snaren aan slaan. Maar als je goed kijkt zie je in die piano nog iets gebeuren. Iedere snaar heeft ook een eigen demper. Als die tegen de snaar aan ligt kan de snaar niet bewegen en komt er dus geen of nauwelijks geluid. De demper smoort het leven. Voel je de metafoor aankomen? Wij mensen hebben ook van die dempers die ons leven smoren. En niet één, maar een heleboel. Ondermijnende gedachten, oordelen, negatieve zelfbeelden, schuldgevoelens, compensatiegedrag, overmatig eten, drinken, roken, netflixen, sociale media, telefoonverslaving, ach, de lijst is eindeloos. En voel je daar vooral niet slecht over, ook de dempers horen bij het instrument. Maar kijk er wel naar, onderzoek ze, vergroot je bewustzijn erover. Want daarmee vergroot je je vrijheid en dat is toch ieders verlangen: in vrijheid kunnen trillen als de snaar die je bent.
Een nieuw woord
Daarover filosoferend kwamen we in dat opleidingsweekend tot een nieuwe definitie van wat een stembevrijder is: een ontdemper. Iemand die jou bemoedigt en zegt: ja, toe maar. Kom maar met je geluid, met je gezang, met je verhaal. Kom maar tot leven. Kom maar in beweging, laat de trilling maar toe. We hoeven jou echt niets te leren over de snaar die jij bent, dat weet je zelf beter dan wie dan ook. We hoeven daar ook niets aan te veranderen of te gaan schaven, die snaar is van zichzelf al af. Maar we zijn graag bereid om je te helpen ontdempen. Om je te helpen openen en zo één en al oor te worden voor alles wat er in je tot leven wil komen. Wie weet kun je meer en durf je meer dan je denkt. En wie weet ga je daar dan ook nog heel erg van genieten.
De wereld heeft mensen nodig die vol leven zijn. Al was het alleen al omdat die mensen bijna als vanzelf ook vol compassie zijn met alle anderen en ‘ja’ kunnen zeggen tegen alle diversiteit. Wetend dat we allemaal anders zijn en onze eigen plek innemen, maar ook: dat we er dus allemaal bij horen in dat grote kosmische instrument.
Ik wens je een mooie, levendige zomer toe. En wie weet kom je wel meedoen met onze zomerretraite, waarin we dat leven vieren?
Hartelijke groet,
Jan Kortie