Deze 25e januari is door sommige deskundigen uitgeroepen tot Blue Monday. Zo’n beetje de moeilijkste dag van het jaar. De ideale dag dus om een Depressiegala te organiseren, vonden ze. Overigens hebben andere deskundigen vorige week maandag al tot Blue Monday uitgeroepen, en zo zitten we dit jaar dus opgezadeld met twee moeilijkste dagen. En dat dankzij de deskundigen…
Hoe voel jij je vandaag? Of beter: hoe voel jij je nu? Heb je contact met je creatieve zelf of voelt het eerder als depri? Ik vind het wel mooi dat Elizabeth Gilbert die twee tegenover elkaar zet. Dat geeft ons meteen een perspectief. Waar moeten we het zoeken als we gedeprimeerd zijn en daar geen genoegen mee willen nemen? Dan moeten we toe durven bewegen naar het deel van ons dat scheppend is, onze creativiteit. Dat betekent niet per se iets kunstzinnigs, al kan dat heel goed. Maar het betekent wel: we dienen ons te uiten. In beweging komen, naar buiten komen. Depressie transformeren tot expressie.
Nou ja, dat is natuurlijk in de gedeprimeerde staat van zijn nogal een klus. We zijn verstard geraakt, verstrakt, bedrukt, bewegingloos. Een of andere vorm van angst heeft de regie in handen gekregen. En dan moeten we ons gaan bewegen, de angst tegemoet gaan zeker? Waar gaan we dat vandaan halen?
Daar schiet Gilbert ons te hulp. Want de twee meest wezenlijke woorden die ze gebruikt zijn: van nature. Onze natuur is niet depressief! De natuur om ons heen is ook niet depressief. Kun je je een dier voorstellen in de vrije natuur met depressieve neigingen? Bestaan er depressieve planten of bomen? Zelfs de treurwilg levert jaar in, jaar uit zijn bijdrage aan het scheppingsproces van de natuur.
Het schaap, de treurwilg en de bron
Ik had onlangs een interessante gewaarwording. In mijn kerstvakantie was ik in Ierland. Ik wandelde er veel, en kwam – dat is daar onvermijdelijk – voortdurend schapen tegen. Die bekeken me dan een tijdje, op hun hoede en klaar om weg te rennen. Soms kon ik een schaap tot op een meter of vijf benaderen, en keken schaap en ik elkaar een tijdje aan. Na een paar van dat soort ontmoetingen realiseerde ik me ineens: je kunt niet een schaap echt aankijken en je tegelijk ergens zorgen over maken. Er is dan even alleen maar: schaap en ik. Al het andere valt weg. Als ik al gedeprimeerd was dan toch voor dat moment even niet. Ik denk dat dat komt omdat het schaap mij in dat moment herinnert aan mijn eigen natuurlijkheid. Of moet ik zeggen: aan mijn eigen schaap-heid? Ik val even helemaal samen met de natuur, en dat stemt meteen tot opgewektheid.
Eigenlijk beschrijft dat heel mooi het wezen van stembevrijding. Zingen is bedoeld als iets wat wij van nature al kunnen. We brengen je dus in onze activiteiten graag bij jouw natuur. Daar ligt het startpunt van jouw zingen. Daar ligt ook het startpunt van jouw creativiteit. Daar kun je voelen: dit ben ik, ik kan het al, ik weet het al! Daar wordt jouw muziek geboren. Je kunt ook zeggen: daar kun je contact maken met de bron van jouw muziek, en aansluiting vinden bij de levende stroom die die muziek vormt.
Tijdens onze zondagretraite van twee weken geleden vertelde ik de deelnemers over mijn schaap-ervaring en even later suggereerde ik hun om te zingen alsof ze voor een schaap aan het zingen waren. Dat leverde, naast enige hilariteit, direct ook een hoorbare verlevendiging van het zingen op. Die een prachtig contrast vormde met de diepe (en net zo natuurlijke) stiltes die er die dag aan vooraf waren gegaan.
Overigens probeerde ik in Ierland ook een keer uit hoe het was om voor de schapen te zingen. Ik was helemaal beland in mijn natuurlijke zelf, dus mijn stem zal heel warm en open geweest zijn. De schapen zetten het na een korte verwonderde aarzeling massaal op een lopen. Wat ik daar nou van moet denken…?