Pas op: besmettelijk!
Anders en toch zo herkenbaar

Ik wil voelen dat ik leef!
Uit 'Gabriella's Song'

Het was alweer lang geleden dat ik het lied gehoord had, maar ik reed over de snelweg en ineens was het er weer, op Radio 4 nog wel: het lied van Gabriella, het ontroerende hoogtepunt uit de film As It Is in Heaven, van de Zweedse regisseur Kay Pollak. De film is alweer ruim vijftien jaar oud en kreeg destijds een Oscarnominatie als beste buitenlandse film. Als je het mij vraagt is het de beste film die ooit gemaakt is over stembevrijding, al bestaat dat woord in het Zweeds vermoedelijk niet. Ik heb er tal van keren naar gekeken, raakte keer op keer ontroerd, en het liedje op de radio bracht me daar meteen weer bij.

Gabriella zit gevangen in een leven met een alcoholistische man die haar slaat en kleineert. Het kerkkoor in het dorp is haar toevluchtsoord en de dirigent ervan schrijft een lied speciaal voor haar, waarin zij de solorol krijgt. Een lied vol verlangen, een lied van hoop en van vertrouwen. Met als steeds terugkerend thema: mijn leven is van mij, ik wil voelen dat ik leef. Zij zingt dat vol overgave en ik houd het niet droog. Herkenning gaat als een golf door m’n lichaam heen. Herkenning? Hoezo? Mijn leven lijkt totaal niet op het hare. Wat herken ik dan?

Dat wil ik ook!
Nee, mijn leven lijkt niet op het hare, althans niet in de feitelijkheden. Haar gevangenschap is de mijne niet. Ik word niet geslagen en de tijd dat ik wel eens gekleineerd werd ligt ver achter me. Maar ja, ik ken natuurlijk wel mijn eigen soort bevangenheid. Mijn momenten van terug-houdendheid, of juist van wat extra willen presteren, mijn ingesleten patronen die mij kleineren, zou je kunnen zeggen. En dus ken ik net als Gabriella het verlangen naar vrijheid, naar levendigheid. Ik wil ook voelen dat ik leef! Dus wil ik dansen, lopen, fietsen, bewegen. En dus wil ik lachen en huilen. En pianospelen. En zingen!

Ik denk dat dit verlangen eigenlijk een heel universeel, heel menselijk verlangen is. We willen leven en we willen voelen dat we leven. En we willen ons eigen leven leiden, in vrijheid. Met alles wat we in ons hebben. Dat kan zich soms uiten als rebelsheid en zelfs boosheid, maar in wezen is het speelsheid en spontaniteit. Op de punten waar die ooit de kop is ingedrukt (en bij wie is dat niet op enig moment gebeurd, wie is altijd en overal totaal herkend en verwelkomd?) raakt er iets in ons bevangen. Maar het goede nieuws is: precies op hetzelfde moment ontstaat er verlangen. Naar vrij zijn, naar openen, naar beweging. En vroeger of later komt het moment waarop dat verlangen zo groot wordt dat we stappen zetten, aarzelende stappen soms, moedige stappen.

Pas op: besmettelijk!
En dan is het een zegen dat er zoiets als muziek is, dat we kunnen zingen. Wat een fantastisch oefenterrein! Want ja, als je zingt en zeker als je daarin je terughoudendheid laat varen, dan voel je dat je leeft.En dat kan zoveel vitaliteit en vreugde geven dat je je helemaal laat meenemen door de stroom van muziek. En zie: dat is nog besmettelijk ook! Anderen worden erdoor aangestoken, en jij weer door hen. Er groeit contact, gezamenlijkheid. Ineens is er verbinding op een ander niveau. Waar je nog steeds vrij bent, waar je jezelf niet hoeft in te leveren om er toch helemaal bij te horen.

Dat klinkt behoorlijk hemels, vind je niet? Maar ik overdrijf niet, muziek heeft het als niets anders op deze aarde in zich om ons te laten voelen as it is in heaven. Daar gaat het niet meer over waar je tekortschiet, daar gaat het over jouw eigenheid en jouw levendigheid die voor anderen een bron van vreugde is.

Jan Kortie