De deze week overleden neuroloog Oliver Sacks kon prachtig schrijven over muziek. Zijn boek Musicofilia staat vol wonderbaarlijke verhalen over wat muziek doet voor mensen met zeer uiteenlopende aandoeningen. Het bovenstaande citaat uit dat boek is zo hoopvol dat ik het graag als startpunt neem voor deze eerste nieuwsbrief van ons nieuwe zangseizoen.
De mens is een relationeel wezen, contact is voor ons een wezenlijke behoefte. We verlangen diep naar verbinding, connectie, relatie. Maar tegelijk is het misschien ook wel onze grootste angst. Want echt contact betekent dat we onze controle, onze onafhankelijkheid loslaten. Contact vereist twee partijen, en ieder van die partijen heeft zelf per definitie de uitkomst niet in de hand. Dat maakt het spannend. Als de ander mij echt te zien krijgt dan ziet hij ook mijn kwetsbaarheid, mijn schaamte, mijn angst, mijn pijn.
Dat plaatst ons voor een lastig dilemma. Als de angst wint kan ik mij wentelen in een bepaalde zekerheid en onafhankelijkheid, maar ik blijf alleen. Als het verlangen wint kom ik in beweging, ik open me, de kans op verbinding opent zich ook, maar ja, helaas zonder enige garantie op succes, ik heb het immers niet meer zelf in de hand. Er is kans op grote vreugde, maar er is ook kans op verdriet, op pijn.
Is het eigenlijk niet ontroerend dat zoveel mensen steeds weer bereid zijn om dat risico te nemen? Ik kan daar altijd weer door geraakt worden. Het behoort tot de essentie van wat stembevrijding wil doen: ons bevrijden uit het isolement waarin de angst ons steeds weer kan brengen. Onze stem is gemaakt om contact te maken. Hij is gemaakt om naar buiten te brengen wat in ons leeft. Hij is gemaakt om te trillen, en ons zo te doen horen. Hij is gemaakt om mee te trillen met wat we horen. En om in een nooit voorspelbare samenklank ons te verbinden met wat er in onze medemensen leeft.
Recht het hart in
En, zegt Sacks, muziek kan rechtstreeks het hart binnendringen. Zo rechtstreeks dat het ons soms zelfs kan overvallen; muziek, en zeker zingen, kan zomaar langs onze controlemechanismes glippen en onze pijn aanraken. En dan komt Sacks met die prachtige en hoopvolle paradox: je beleeft je smart intenser en dat leidt dan niet tot meer smart maar tot troost. De crux daarvan zit, denk ik, in het woordje ‘beleeft’. Dat betekent: er komt leven in, en dus beweging, ontwikkeling. Alles in ons wil dat eigenlijk: leven. Zelfs onze diepste pijn en onze grootste angst willen be-leefd worden. Muziek is daarin een fantastisch middel, want muziek beweegt, muziek stroomt, en dat kan de zwaarste processen van lichtheid voorzien en draaglijk maken. Het kan ons doen smelten en contact doen ontstaan, liefde doen stromen.