menu

Over Hallelujah en Baraná

Enthousiasme, dat is het helemaal. Schenk een mens alle talenten ter wereld en onthoud hem de gave om enthousiast te zijn en je veroordeelt hem voor eeuwig ter dood.
Von Wildbrandt

In februari overleed de Turkse muzikant Behsat Üvez. Hij woonde en werkte in Nederland, ik heb hem een paar maal zien optreden met Baraná, de groep die hij leidde samen met zijn Nederlandse collega Steven Kamperman. Baraná betekent ontmoeting en ja, het samengaan van deze twee heel verschillende culturen leverde fascinerende muziek op.

Tijdens de uitvaart sprak Steven Kamperman over Behsat’s bijna mythische enthousiasme. Ik citeer: “Behsat was snel lyrisch. Lyrisch over musici die hij gehoord had, over musici in Baraná, over onze eigen concerten, over de nieuwste CD die we uit hadden. Ik, als nuchtere Hollander, dacht dan aanvankelijk al snel: “jaja, nou, was het nou echt wel zo goed, is ie niet iets te enthousiast, is dit wel objectief?” Maar langzamerhand begon ik de wijze les te begrijpen. Ik dacht altijd: als iets heel goed is, dan kun je er daarna enthousiast over raken. Maar Behsat leerde me dat enthousiasme een kwaliteit in zichzelf is. Dat alles begint met enthousiasme, en dat de kwaliteit daar juist op kan volgen. En hij was daarin ontzettend krachtig: hij barstte al bijna van enthousiasme uit elkaar als hij het podium opliep…… Enthousiasme als beginpunt, een wijze les van Behsat.”

Enthousiasme als beginpunt. Wat een prachtige formulering. Dat is wat voor ons ‘nuchtere Hollanders’! Gewoon ongegeneerd, openlijk enthousiast zijn. Geen slag om de arm, geen reserve, nee, bij voorbaat enthousiast. Wij zeggen dan al vlug: kinderlijk enthousiast, maar bedoelen dan eigenlijk: niet helemaal serieus te nemen. Een paar jaar geleden vertelde iemand mij de letterlijke betekenis van het woord enthousiasme. Het komt uit het Grieks en betekent: in God zijn. Dat is dus: in het licht zijn, in de waarheid zijn, in liefde zijn, in eenheid zijn, in vreugde zijn. Kinderlijk? Ja. En benijdenswaardig ook.

Enthousiasme is een geweldig beginpunt. Het is trouwens ook een fantastisch eindpunt. En ook dat is voor ons niet altijd makkelijk. Steeds weer zien we in workshops mensen die prachtig staan te zingen, vol leven, vol passie. Om dan aan het eind verschrikt een stapje terug te doen, terug naar de veiligheid, de beheersing. Die mensen mag ik graag verleiden om te durven loslaten, tot en met de laatste toon. Dat is steevast een vreugdevol moment, maar het is voor veel mensen niet voor de hand liggend.

Is enthousiasme ook genoeg om ons van het beginpunt naar het eindpunt te brengen? Nee, dat geloof ik niet. Want wie alleen maar enthousiast is ziet gemakkelijk iets wezenlijks over het hoofd: de omgeving. Wie alleen opgaat in het hemelse vergeet soms de aarde. En wat de enthousiaste mens vaak moet leren is: luisteren. Stil worden. Contact maken. Even ademhalen. De verbinding zoeken.

Eigenlijk betekent dat: je enthousiasme aanbieden aan je omgeving én je openen voor de echo die terugkomt. Want in gepassioneerdheid kun je gemakkelijk grenzen over het hoofd zien, eigen én andermans grenzen. Dat is actueel in ieder koor, maar ook bijvoorbeeld tijdens onze mantra-avonden, waar enthousiaste en meer stille mensen elkaar ontmoeten. Dat vergt oefening, voor beiden overigens. Voor de enthousiasteling betekent het niet terugtrekken, maar wel doseren.

Het is geen inhouden, maar het omvatten van de eigen geestdrift. Wel enthousiast zijn, maar geen haast hebben. Niet jezelf inleveren , maar wel steeds op zoek naar baraná, ontmoeting. Om daar dan weer heel enthousiast van te worden. Met Pasen in aantocht betekent dat: Hallelujah!

Jan Kortie