Beste, lieve lezer of lezeres,
Bij het begin van dit nieuwe jaar wens ik je graag toe dat het precies dat wordt: een echt nieuw jaar, waarin jij je keer op keer kunt verwonderen over het nieuwe dat zich toont. En over het nieuwe dat uit jou komt.
Wij zijn scheppende wezens, creativiteit is ingeboren in ons allemaal. Ik neem je bij het begin van dit jaar graag mee naar twee aspecten van creativiteit die mij zelf steeds weer intrigeren. En ik laat me daarbij graag leiden door twee uitspraken van Eckhart Tolle.
Als onzekerheid onaanvaardbaar voor je is, verandert die in angst.
Als ze volkomen aanvaardbaar is, verandert ze in toegenomen levendigheid, alertheid en creativiteit.
Houd jij van onzekerheid? Nou, ik niet, meestal. Ik heb er aardig mee leren leven, dat wel, en jij waarschijnlijk ook. Ik heb verzekeringen afgesloten, net als jij. Ik zet m’n fiets op slot. Ik minimaliseer de ongewisheid in mijn leven. De resterende onzekerheid is meestal draaglijk en soms heel lastig. En er is angst, voelbaar als een zekere spanning, een strakheid in m’n lijf.
Maar soms is onzekerheid juist fijn. Als ik een spelletje doe wil ik wel winnen, maar dat wil ik niet vooraf al zeker weten. En een sportwedstrijd bekijken is veel minder leuk als je de uitslag al weet. Spelen vergt dus juist (overgave aan de) onzekerheid. Ook dan is er spanning, maar die is mogelijk wel minder strak dan de hierboven beschreven angst – behalve als verliezen onaanvaardbaar is.
Een van de allerleukste vormen van spelen die ik ken is: improviserend pianospelen. Op de beste momenten is dat compleet doelloos. Beter gezegd: er is dan geen enkel ander doel dan genieten van de muziek die zich door mij heen manifesteert. Ik val samen met die muziek, ik word die muziek. Ik schep, niet door hard m’n best te doen, maar door me te openen, me toe te vertrouwen. Ik ga eigenlijk de leegte in. En ook hier is er spanning, maar die heeft de smaak van nieuwsgierigheid, van verwondering, van verkneukelen. Fouten bestaan niet meer, de onzekerheid is geheel aanvaardbaar, en ja, ik ben levendig, alert en creatief.
Zou het hele leven zo kunnen zijn? Een en al schepping, een en al spel? Geen strak plan, geen doel, wel verlangen? Onbevangen onderzoekend, alles verwelkomend? Wat is daarvoor nodig? Wat leert de natuur ons, wat leert de Schepping ons? Dit soort vragen komt aan bod op zondagmiddag 5 februari. Ik kreeg de uitnodiging om dan een nieuw soort talkshow te leiden. Dat wordt natuurlijk een talkshow met gezang, dat snap je. Ambitieus getiteld: Het Hele Leven. Er zijn twee heel boeiende gasten. Het is voor mij weer eens een nieuwe vorm. Wie weet zeggen we na afloop: dit doen we vaker. Of: dit doen we nooit meer. Maar we zijn dan sowieso een scheppingservaring rijker.
Ruimte geven aan andere mensen, en aan jezelf, is enorm belangrijk.
Zonder ruimte kan de liefde niet gedijen.
Ruimte. Het is een woord dat mensen vaak gebruiken als ze vertellen waarom ze iets aan stembevrijding willen doen. Ze verlangen naar ruimte. Ruimte om zichzelf te uiten, hun stem te mogen laten horen, ruimte voor hun verhaal, ruimte voor zichzelf. Ruimte, zodat hun liefde kan gedijen.
Hoe is het met jouw levensruimte? Waar heb jij nieuwe ruimte voor nodig? Voel jij ademruimte in je werk? In je relatie? In je huis? In je familie? Jij en ik veranderen, we groeien. En daardoor zit ineens een jasje dat ooit als gegoten zat nu te krap. Maar dat geldt ook voor je partner, je kind, je moeder, je baas, je werknemer, je buurman en hun jasjes. Hoeveel ruimte kun jij geven? Kun je het nieuwe verwelkomen dat wil ontstaan, omdat de tijd er rijp voor is, bij jezelf, bij de ander?
Dit citaat van Tolle over ruimte staat bovenaan de folder van onze nieuwste activiteit: de Ode Vooropleiding. Het is een voorbereidend programma voor mensen die serieus overwegen om ‘Ode an die Freude’, onze Opleiding tot Stembevrijder, te willen gaan volgen. Dat programma gaat over ruimte, voor jezelf allereerst, zodat je die vervolgens ook aan anderen kunt bieden.
Die Vooropleiding was er niet zomaar. Er was tot voor kort al een ander voorbereidend jaar, maar dat ‘verdween’ ineens. Het liep ieder jaar vol, al acht jaar. Maar dit jaar waren er weinig aanmeldingen. En bovendien voelde de docent, tot haar eigen verbazing, dat ze ermee ‘moest’ stoppen. Misschien waren er daarom weinig aanmeldingen? Er ontstond een impasse, een leegte. Dat was nodig. Want vaak is dat de volgorde: eerst nee zeggen tegen wat geweest is, en verdragen dat je nog niet weet hoe het verdergaat. De leegte in. Dat is spannend, maar het geeft ook ruimte. En dan kan er zomaar iets nieuws ontluiken. In dit geval: een nieuwe vorm, ontstaan vanuit een nieuwe geest.
Ik zei het al: ik wens je een nieuw jaar toe. Echt nieuw.
En je bent van harte welkom om dat bij ons alle ruimte te geven.