Karuna, Karuna
Ofwel: we leven in een vreemde wereld

Er is geen betere therapie dan schoonheid ervaren en zelf schoonheid creëren in welke vorm dan ook.
Piero Ferrucci

Je hoeft niet eens, zoals Ferrucci, psychotherapeut en filosoof te zijn om de waarheid in te zien van wat hij zegt. Eigenlijk voel je op je klompen aan dat hij gelijk heeft, want je kent het ongetwijfeld uit eigen ervaring. Op het moment dat je getroffen wordt door schoonheid is er even niets anders dan dat. Wie een mooie lucht ziet, een mooi mens, een mooie bloem, een mooi gebouw, een mooie foto, is even alle besef van tijd en van beperktheid kwijt. Wie een mooi muziekstuk hoort en daarin opgaat wordt voor even die muziek, valt er mee samen. Wie zelf schoonheid creëert is verbonden met inspiratie, dat is: met leven en hoop en verwondering. Al die momenten zijn momenten van heelheid. En is dat niet wat de therapeut beoogt: heling, heelwording?

Met Ferrucci’s uitspraak in gedachten moeten we vaststellen dat we in een vreemde wereld leven. Waarin we rijker zijn dan ooit maar niettemin bezuinigen op muziekonderwijs, muziektherapie, cultuur. Waarin de zorgkosten hoog zijn, onwaarschijnlijk veel mensen pillen slikken om angst of depressie eronder te houden, maar waarin musici en artiesten moeite hebben om aan werk te komen. Waar kinderen aan allerlei eisen moeten voldoen en steeds jonger aan toetsing worden onderworpen maar muziekscholen het moeilijk hebben om voort te bestaan. Is het beleid dus verkeerd? Ja, vast, maar ik durf niet te zeggen dat ik het beter zou doen. Het lijkt me allerminst eenvoudig om beleidsmaker te zijn vandaag de dag, en ik benijd niemand die die taak op zich heeft genomen.

De redding van de schoonheid
Laten we het dus dichter bij huis zoeken. Schoonheid is niet afhankelijk van beleid. Schoonheid is overal om ons heen, en schoonheid is in ons. We kunnen het beter omdraaien: wij hoeven de schoonheid niet te redden, de schoonheid zal ons redden! Schoonheid is van een hoger niveau dan alle chaos, geweld en angst die deze wereld lijken te regeren. Wat ons te doen staat is steeds weer die schoonheid op te zoeken. Dat is niet altijd makkelijk, maar de beloning is dan ook navenant: de ervaring van heelheid.

Dat vergt natuurlijk wel oefening. Om schoonheid te ervaren moet je je openen, moet je stil kijken en luisteren. En schoonheid creëren vergt moed, het vergt de bereidheid om kwetsbaar te zijn, om de controle los te laten, om je over te geven. En dan kom je ook de pijnlijke plekken in je hart tegen, je eigen cynisme, je verkrampingen. En die moet je aankijken, steeds weer, die horen erbij. We hebben het immers over heel worden, dan kun je niks overslaan. Dan is er plaats voor alles in ons en voor iedereen om ons heen.

‘Woede en angst zijn brandende vuren die alleen maar door mededogen worden gedoofd’, zegt de boeddhistische monnik Thich Nhat Hanh. ‘Terroristen vormen een mensensoort die zich laat leiden door het scherpe mes van woede in het hart. Dat scherpe mes, dat is in de kiem bij iedereen aanwezig. Wie zich ervan bewust wordt, wordt én minder boos én minder bang.’ Bewustwording dus, als basis van mededogen. Als ik mijn duistere kanten ken en durf aan te kijken kan ik ook naar jouw scherpe mes kijken zonder me in oordelen boven jou te verheffen.

Karuna, Karuna
De boeddhisten hebben een mooi woord voor mededogen: Karuna. Toen ik me vorige week voorbereidde op een retraitezondag en, ogenschijnlijk toevallig, die teksten van Thich Nhat Hanh tegenkwam, kwam dat woord weer op. En niet eens heel veel later was het een lied geworden. Karuna, Karuna. We hebben het gezongen en gezongen. En we zullen het vrijdag aanstaande bij het Lied van de Ziel ook zingen. Om onszelf te herinneren: jij met jouw stem, ik met mijn stem – we verschillen, maar als we samen zingen zijn we weer een stapje dichter bij heelheid.

Even terug naar die brandende vuren die door mededogen gedoofd worden. Ik zie nog een ander perspectief. De woede en de angst moeten misschien niet gedoofd worden, maar getransformeerd! Onder de woede zit namelijk een grote vitaliteit. In de angst schuilt moed en kracht. Die zijn weliswaar verkrampt, maar in wezen zijn ze voor ons beschikbaar als pure, levenslustige energie. We zien in stembevrijdings-workshops steeds weer hoe mensen de stap kunnen maken vanuit die kramp naar een grotere ruimte, en hoe hun stem dan ineens open kan gaan, tot verwondering van henzelf en van iedereen die daar bij mag zijn. Hoe hun zingen dan gaat zinderen van pure schoonheid. Dan is de wereld weer een stukje dichter bij de hemel gekomen. Bij heelheid, ook. Of is dat hetzelfde?

Jan Kortie