Dat vond ik nou een intrigerend zinnetje. Het is geen uitspraak van Jo Claes, het is de titel van een boek van zijn hand. Op zoek naar een heel ander boek kwam ik het tegen, het bleek de titel van een misdaadroman te zijn, niet het soort literatuur waar ik dol op ben. Maar de titel bleef bij me hangen.
Alles gaat voorbij, maar niets gaat over. Ik weet eigenlijk niet of ik het daar helemaal mee eens ben, maar het klinkt niettemin troostrijk. Alles gaat voorbij, ja, dat is soms jammer en soms een opluchting. En als je in een zware periode zit, in een naar verlopend gesprek, in een heftige griep, dan is het best nuttig om jezelf af en toe te herinneren aan de tijdelijkheid der dingen.
Maar: niets gaat over, is dat waar?
Daar ben ik eigenlijk nog niet uit. Alles wat we meemaken doet iets in ons en verandert ons dus blijvend. Aan de andere kant: sommige dingen vergeten we later compleet en ja, wat is er dan nog van over? Maar wat me niettemin bevalt aan dat zinnetje is de gedachte dat sommige dingen niet over gaan en ook niet over hóeven gaan. Ik moet dan meteen denken aan mensen die door diepe rouwprocessen heengaan en levenslang een wond blijven voelen, ook als ze het gewone leven weer hebben kunnen oppakken en het voor de omgeving kan lijken of ze ‘eroverheen zijn gegroeid’.
En dan zijn er ook nog de ervaringen die zo pijnlijk zijn dat ze weggestopt moeten worden om te overleven, en die traumatisch worden. Een paar maanden geleden werd ik benaderd om een artikel te schrijven over wat stembevrijding kan betekenen voor mensen die lijden onder trauma’s. Even was er aarzeling in mij: ben ik dan deskundig genoeg op het gebied van trauma’s? Ik heb weliswaar al meer dan eens van mensen gehoord hoe stembevrijding hen geholpen heeft bij het omgaan met soms diepe trauma’s, maar ik heb geen pasklare antwoorden of methodes te bieden. Toch ben ik gaan schrijven, vanuit het besef dat kleine trauma’s ook trauma’s zijn. Daar heb ik er veel van gezien. En ik heb gezien wat stembevrijding dan kan betekenen.
Van trauma naar vertrouwen
Tal van mensen hebben mij bijvoorbeeld verteld over een of ander trauma op muziekgebied. Mensen die op allerlei manieren de mond gesnoerd is, die niet meer durven zingen. Mensen die hun instrument niet meer durven aanraken. Wat stembevrijding voor deze mensen kan doen is: ze weer in contact brengen met een innerlijk vertrouwen. Vertrouwen in hun stem, hun geluid, hun volume. Vertrouwen in hun adem, in hun lijf, in hun kracht. Vertrouwen in de muziek die in hun leeft en die nooit verloren gaat.
Zodat ze weer voelen: dit is mijn geluid, dit is mijn muziek, dit is mijn bijdrage, dit ben ik.
Ook als het ontstaan van een trauma niet met muziek te maken heeft kan het proces van heling wel degelijk gebaat zijn bij muziek, en vooral bij zingen. Om twee redenen. Ten eerste: de stem. Wie z’n stem gebruikt, hoe zacht ook, die laat iets leven, die komt tot leven. En wie z’n stem vol gebruikt die leeft, al is het maar een moment, volop. En die voelt de eigen draagkracht!
Ten tweede: we hebben zingend geen of nauwelijks woorden nodig. Dat is fijn, want woorden kunnen zo verwarrend zijn. Soms zijn ze handig. Het woord ‘ja’ is fijn om te zingen. ‘Aiai’ of ‘au’ kan ook heel gepast zijn. ‘Hoera’, en ‘hallelujah!’ zijn heerlijke woorden. ‘Nee’ is soms nodig. Je eigen voornaam zingen, of die van een nabije ander, kan heel ontroerend zijn. Die woorden kunnen iets versterken wat naar buiten wil, en dan doen ze iets met de stem, met het gezang. Maar het hoeven dus nooit hele verhalen te worden, we hoeven niet verstrikt te raken in de dramatiek van wat ons vroeger is overkomen.
Met ons zingen, de trilling van onze stem, komen we op een niveau in onszelf waar onze woorden niet kunnen komen.
Daar leeft onze essentie, daar leeft onze muziek, daar leeft een kracht die alles kan dragen.
Gaat de pijn dan over?
Soms wel, soms niet. Maar misschien is het wel genoeg als de pijn gezien en gehoord kan worden en op die manier in ons geïntegreerd raakt. Niet meer achter een masker verborgen, maar een deel van wie we zijn. Dat is heling, en voor die heling hebben we elkaar nodig. Bovenal als luisteraar. Dat is immers waar het vaak aan ontbroken heeft toen het trauma ontstond: een luisteraar met een open hart, die echt wil horen wat er gezegd wil worden. Iemand die helemaal aanwezig is, met zachte oren luisterend naar ons gezang, nieuwsgierig naar het wonder dat zich mogelijk gaat tonen. Iemand die wil ontvangen. Zo iemand is een kostbaar geschenk.