Het was een warme dag, een paar weken geleden. Ik liep met mijn goede vriend Eric over de Brabantse hei, hij bijna steeds een halve meter voor mij uit, want hij is een raswandelaar. Zo’n dag is een cadeautje voor mij. De schoonheid van de natuur, die steeds weer anders is, de warmte om mij heen, zijn gezelschap, en een zee van ruimte, geen verplichtingen, alleen maar lopen. En praten, uitwisselen, vertellen wat ons bezighoudt, luisteren. Onze vragen uitspreken, niet eens op zoek naar antwoorden, naar oplossingen, maar wel met het verlangen om de juiste woorden te vinden, verlangen naar contact.
En toen was er gelukkig een bankje. Eric wilde wel doorlopen, geloof ik, maar ik wilde even naar de hei kijken. Of eigenlijk: uitrusten. Pas toen we gingen zitten zag ik de tekst op de rugleuning van het bankje, Eric maakte er de foto van die hierboven staat. Wat een fijn, simpel zinnetje. Het deed mij meteen denken aan onze zang- en stilteretraite die er over een week of zes weer aankomt. En waar ik zelf nog steeds leer over hoe zingen en stil zijn elkaar nodig hebben.
Muziek is alleen maar muziek omdat er een einde aan komt, las ik in een boek over muziekfilosofie. Ik had er nooit bij stilgestaan, maar ja, dat is natuurlijk wel waar. Een muziekstuk dat altijd door zou gaan zouden we niet meer herkennen als muziek. Muziek heeft dus de stilte nodig, als einde, en ook als begin. Muziek is een contrastverschijnsel. We herkennen muziek omdat we ook de stilte kennen. We herkennen schoonheid omdat we ook lelijkheid kennen. We herkennen blijdschap omdat we ook verdriet kennen. We herkennen contact omdat we ook eenzaamheid kennen. Ik kan steeds meer snappen dat die tegenpolen elkaar altijd nodig hebben, dat ze elkaar ook oproepen, naar elkaar verlangen. Muziek verlangt naar stilte en stilte verlangt naar muziek.
Stilte is dus heel waardevol. Daarin kunnen we alles horen, in onszelf en om ons heen. Stilte betekent niet dat er niks te horen is, juist niet! Je kent vast de ervaring van de stilte na een mooi stuk muziek dat je gehoord of zelf gemaakt hebt. Hoe kostbaar en vervullend dat korte moment kan zijn, omdat alles dan nog naklinkt in jou, resoneert met jou, jouw leven, jouw zijn. En die stilte kan zelfs naadloos overgaan in de verwachtingsvolle stilte, waarin je je voorbereidt en verheugt op de muziek die er zo meteen aankomt. Stilte die je opent.
Maar de stilte
heeft zelf ook weer
muziek nodig.
Dat fascineert mij keer op keer, ik raak er niet op uitgekeken, op uitgeluisterd, hoeveel er gebeurt als de eerste toon komt, het eerste akkoord. Zeker als dat zorgvuldig gebeurt, voorzichtig, langzaam. Er is een wereld van verschil tussen het moment dat het stil is en het moment waarop er zelfs maar één mens heel zachtjes begint met alleen maar neuriën.
In de stilte kun je alles horen. Ik voeg daar graag aan toe: in muziek maken – en zeker in zingen – kun je alles voelen. Ik hoorde onlangs een Indiase fluitist iets moois zeggen toen hem gevraagd werd naar zijn ervaring met muziek uit diverse culturen:
‘When I listen to any kind of music I feel the same:
Myself’.
Luisterend kun je jezelf voelen, maar zingend, musicerend nog veel meer. Dan breng je het naar buiten en daardoor voel je jezelf nog krachtiger. Dat is misschien wel de simpelste reden waarom mensen (en ik denk: alle mensen) willen zingen: om zichzelf te voelen, hun eigen energie, hun eigen vitaliteit. Als ik zing, als ik piano speel, en als ik er echt in opga, dan kan voor een moment alles wegvallen, alle vragen en zorgen verdwijnen uit beeld. Ik voel mezelf. En of ik dan blij ben of verdrietig, dat doet er niet eens heel veel toe. Ik voel mezelf, ik hoor mezelf, en ik weet weer hoe het is om even helemaal aanwezig te zijn. Er is op zo’n moment ook geen ruimte voor twijfel: ik besta en ik doe er toe, met alles wat ik voel, precies zoals ik ben.
En er is nog een niet onbelangrijke bonus: zingen kunnen we ook samen doen. Dan voel ik mezelf, maar met een beetje geluk voel ik jou ook. En zonder daar woorden aan te hoeven geven kunnen we allebei voelen: ik ben niet alleen, ik ben deel van een groter geheel. Misschien wel van een groter Geheel, van een grote Heelheid.