In onze vorige nieuwsbrief slaagde ik erin om boven een korte column te volstaan met een superkort citaat: één woord slechts. Nou, dat is vandaag niet gelukt, dat zie je wel. Dit citaat is een column op zich. En eigenlijk is het ook nog aanbevelenswaardig om het een paar keer te lezen, want er staat zoveel waars in.
We naderen Kerstmis, feest van licht in donkere tijden, feest om het onbevangen kind in onszelf weer opnieuw geboren te laten worden, feest van hoop. Ja, dat kan allemaal heel naïef klinken, en goedkoop en sentimenteel. En dan is het fijn als iemand als Cees Zwart het mooi en intelligent en ook overtuigend kan formuleren. De wet van de herkansing, vind je dat niet prachtig gezegd? We hebben steeds weer een nieuwe kans!
Een miljoen!!
Het is niet moeilijk om het tegendeel te zien. Om naar onze wereld te kijken en vast te stellen dat er van alles mis is en mis lijkt te zullen gaan. Om in onze binnenwereld te kijken en vast te stellen wat er aan onszelf mis is, waarover we ons zorgen maken, en hoe we wellicht zelfs ronduit gedeprimeerd zijn. Er is pijn, angst, wanhoop. Er is heel veel eenzaamheid, isolement. Ik kwam dezer dagen weer dat ontstellende cijfer tegen dat een miljoen Nederlanders antidepressiva slikken. Maar minstens zo onthutsend: slechts een klein deel daarvan heeft er echt baat bij, zegt recent medisch onderzoek, en voor de rest is het mogelijk vooral schadelijk.
Tegen al die mensen zou ik wel willen roepen: ga zingen! Niet dat ik ze kan garanderen dat dat helpt, was het maar zo simpel. Maar zingend kun je de wet van de herkansing aan den lijve ervaren. Iedere inademing is een herkansing. Om de stroom weer op gang te brengen, om de moed te voelen, de hoop ook, om jezelf te uiten. Zodat de pijn, de boosheid, de frustratie, de teleurstelling een uitweg kunnen vinden en niet naar binnen slaan. Zodat er weer beweging komt waar nu verstarring heerst. En natuurlijk: omdat er de kans, de herkansing, ontstaat op verbinding. Waardoor je kunt voelen: er is eigenlijk niks mis met me, ik heb pijn, verdriet, angst, maar wie heeft dat niet? Ik heb schaamte, maar wie heeft dat niet? Ik ben een probleemgeval, maar wie is dat niet? Wie zingt, aarzelend misschien, en allengs steeds minder terughoudend, die ademt volop, die leeft. Wie vol overgave zingt is voor even verlost van gepieker. Wie samen met anderen zingt is niet alleen.
Nog dieper
Hoop schept innerlijke standvastigheid, zegt Zwart. En die hebben we nodig, en die kunnen we laten groeien. Nu, ter plekke, al lezend! Adem maar eens diep in, en nog eens, en nog dieper. En wie weet kun je dan iets, al was het maar een glimp, opvangen van hoop, van leven, dat zich op een diepere, wezenlijkere laag in je bevindt dan alle zorgelijkheid, somberte, moedeloosheid. Het kan dan nog een heel proces zijn om werkelijk de stroom van het leven te durven vertrouwen, maar ja, daarvoor krijgen we dan vast weer kansen te over.
Als we de hoop in onszelf koesteren zal ons in het leven altijd een volgende mogelijkheid geboden worden, zegt Zwart vervolgens. Ik denk dat het nog simpeler is: ook als we de hoop niet koesteren zal ons een volgende mogelijkheid geboden worden. Maar de kans dat we die dan herkennen is wel veel kleiner. Dus ja, beste lezer, koester de hoop. Desnoods met de moed der wanhoop, want die twee, hoop en wanhoop liggen verrassend dicht bij elkaar. Doe het voor jezelf. Maar vooral ook: voor deze wereld. Als jij naar je hoop inademt, dan adem je vertrouwen uit. En daaraan is alom behoefte.
Ik wens je graag naïeve feestdagen toe, een en al herkansing. Geen witte Kerst? Dan maar een Zwart-Kerst.