Search
Close this search box.

menu

Egocentrisch zingen

“Je kunt pas ‘wij’ zeggen als je ook ‘ik’ kunt zeggen”

Af en toe krabbel ik op een aantekenpapiertje een zinnetje dat me inspireert. Doorgaans schrijf ik erbij waar ik het citaat ben tegengekomen. Maar bovenstaand zinnetje is in mijn aantekeningen een eigen leven gaan leiden, ik heb geen idee meer waar ik deze woorden gelezen of gehoord heb.

De mij helaas dus onbekende auteur maakt wel een belangrijk punt: eerst ‘ik’, dan volgt ‘wij’, vanzelf. Dat is precies hoe het in zingen werkt, dacht ik meteen toen ik het las. Nou hebben we geleerd dat het egocentrisch is en geen pas geeft om jezelf voorop te stellen. Maar ik pleit ervoor om het wel te doen. In je leven, en dus ook in je zingen. Dat is nog eens heel spannend ook.

Hoe gaat dat in zingen? De mens wil gehoord worden, gezien worden. Dit is een oprecht verlangen: ik besta en ik wil gekend worden in wie ik ben. En ik wil contact, ik verlang naar verbinding waarin ik mag zijn wie ik ben, waarin ik niets hoef op te houden. In muzikale termen: ik zing mijn lied en ik verlang ernaar dat jij het hoort. Want het is ontroerend en vervullend als jij mij hoort. Het is fijn als je het ook nog mooi vindt, maar eigenlijk is dat van minder belang. Natuurlijk gaat het dan om mijn echte lied, mijn echte stem, mijn oprechte geluid. De muziek dus waar ik ‘ik’ tegen kan zeggen. Dit ben ik. Dit is mijn muziek, die niemand anders kan maken, omdat niemand anders ‘ik’ kan zeggen tegen mijn muziek.

Dat is stembevrijding. ‘Ik’ zeggen tegen je kracht, je kwetsbaarheid, je angst, je moed, je pijn, je vreugde. Allemaal ‘dit ben ik’. Dan wordt het allemaal muziek. Knap spannend voor wie verlegen is. Mag ik ruimte nemen, willen mensen mij echt horen? Spannend ook voor wie vol emotie zit. Durf ik de stroom van het leven in mij te vertrouwen, word ik dan niet meegesleept door boosheid of een vloed van tranen? Spannend voor wie denkt niet te kunnen zingen. Wat als het vals wordt, lelijk is? En net zo goed spannend voor de vergevorderde en zelfs professionele musicus. Zal het wel goed genoeg zijn, ook als ik het vertrouwde houvast van techniek en methodiek loslaat?

Kan ik laten horen wie ik ben? En wil jij horen wie ik ben? Kijk, dan is er ineens een ‘wij’. Muziek die het ene hart uitstroomt en het andere hart in. Als ik bezig ben met wat jij waarschijnlijk van mij verwacht of wilt horen dan krijg je niet mijn hart maar mijn masker. Als jij mij vergelijkt met wie je vindt dat ik zou moeten zijn dan bots ik op jouw masker. Beide zal overigens gebeuren, we zijn mensen, dus we zijn soms bang, dus we grijpen naar ons masker. Maar iedere keer als we dat even niet doen dan weten we allebei: zo is het bedoeld.

Dit ‘ik‘ zeggen heeft dus niets egocentrisch. Het is geen ijdelheid. Het is verlangen naar de waarheid. Het is verlangen naar ‘wij’, maar zonder contact te manipuleren, en zonder een verbinding te veinzen die er nog niet is. En dan, als jij en ik onszelf openen voor wat er nu in ons leeft, dan kunnen we samen zingen en elkaar zo ontmoeten. En dat kan een wonder zijn.

Jan Kortie