Search
Close this search box.

menu

Een toon, een wonder 

Verwondering is het begin van alle wijsheid.
Aristoteles
Het oordeel is het graf van de verwondering.
Fons Jansen

Er valt over musiceren veel te zeggen. Maar het belangrijkste is: jij kunt het.

Er valt over improviseren ook veel te zeggen. En dat ga ik hieronder ook met graagte doen. Maar het belangrijkste is: jij kunt het.

De meeste van deze nieuwsbrieven gaan over zingen en stembevrijding. In onze workshops maken we graag gebruik van improviseren omdat dat zo’n geweldige manier is om mensen bij de eigenheid van hun zingen te brengen. Maar veel van wat we daar leren gaat ook op voor wie een instrument bespeelt. En daar wil ik het vandaag nou eens over hebben.

Een aantal jaren geleden gaf ik instrumentale workshops onder de titel: improviseren kun je leren. Dat vond ik toen al een tamelijk hoopgevend uitgangspunt. Maar vandaag durf ik nog wel een stapje verder te gaan. Improviseren hoef je niet meer te leren. Je kunt het al. Jij, precies waar jij nu bent in je muzikale ontwikkeling, jij kunt al improviseren. Natuurlijk, je kunt er van alles over leren. En dat is leuk, dus raadzaam. Maar dat leren is juist zo leuk omdat je het al kunt.

In onze vorige nieuwsbrief kondigden we aan dat we binnenkort een workshop organiseren over instrumentale improvisatie. Daarop ontvingen we e-mails van mensen die zich afvroegen of ze wel ver genoeg zijn op hun instrument om iets aan de workshop te hebben. Eigenlijk is het antwoord daarop simpel. Als jij één toon uit je instrument krijgt ben je ver genoeg. Want met één toon kun je beginnen. Sterker nog: een beter begin is niet denkbaar.

Dat is meteen het allermoeilijkste voor de meeste mensen: om genoegen te nemen met dat wat ze nu al kunnen. Dat is heel begrijpelijk. Stel je maar voor, je zit aan een piano. Je hebt 88 toetsen voor je en tien vingers om die toetsen te bespelen. Wat een overweldigende keuzeproblematiek! Strijkers en blazers hebben het al iets makkelijker, want ze hebben minder keuze. Maar nog altijd zoveel dat steeds de vraag rijst: speel ik wel de juiste toon? Niet voor niets zei de jazzmusicus Lesley Lopez ooit: “de grootste vijand van alle musici is de hoeveelheid mogelijkheden”. Als een ervaren jazzmusicus daar al last van heeft….

Nu het woord jazz valt: improviseren wordt vaak geassocieerd met jazzmuziek. Maar is daar natuurlijk niet aan gebonden. Bach en Beethoven, om maar een paar grootheden te noemen, waren begenadigde improvisatoren. Improviseren is niet aan enige stijl gebonden. Je hoeft dus niets van muziekstijlen te weten om het te doen. Je hoeft ook niets van akkoordenleer te weten, niets van noten lezen. Je hoeft geen enkele virtuositeit te hebben.

Hoef je dan helemaal niets? Jawel: je moet één toon uit je instrument kunnen krijgen. Je moet het verlangen kennen naar meer. En je moet je kunnen verwonderen. Verwondering is het begin van alle wijsheid, zei Aristoteles. Dat is ook het begin van alle muziek: één toon en verwondering.

PS
Het graf van goed en fout waar het citaat van Fons Jansen over spreekt kennen we natuurlijk ook allemaal. Hieronder een inspirerend you-tube filmpje dat ik toegezonden kreeg, met een verfrissende kijk daarop.

Jan Kortie